Universiteit Antwerpen bespaart op poetspersoneel

Ondanks gezondheidscrisis en ondanks expertise over precaire arbeid ...

De Universiteit Antwerpen publiceert het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting en ziet dit zelfs als een prestigeproject om de universiteit een sociaal bewogen imago aan te meten. In het laatste Jaarboek staat een stuk over precaire arbeid. Terecht wordt daarin opgemerkt dat dit niet alleen betrekking heeft op het contractuele aspect, maar ook op “onder andere werktijden, inkomen, rechten en sociale bescherming, en collectieve vertegenwoordiging.” Tussen theorie en praktijk gaapt er aan de universiteit een wel erg grote kloof. Besparen op onderwijs of op schoonmaak? Twee maand na de voorstelling van dit Jaarboek kwam de Universiteit Antwerpen in het nieuws met de aankondiging dat fors bespaard wordt op schoonmaak. “Het is of besparen op schoonmaak, of op onderwijs,” klonk het bij de woordvoerder van de universiteit. Er werd een akkoord afgesloten met onderaannemer ISS waarbij 18% bespaard werd op de schoonmaak.

Vreemd toch in tijden van gezondheidscrisis waarbij het ontsmetten en poetsen net aan belang wint! De universiteit schoof de verantwoordelijkheid door naar het tekort aan middelen dat van de Vlaamse overheid komt, maar voegde eraan toe dat onderwijs en onderzoek de kerntaken van een universiteit zijn en er daar niet op bespaard wordt. Alsof schoonmaak geen essentieel onderdeel is van onderwijs en onderzoek. Wie maakt de ruimtes schoon waar in normale tijden de colloquia plaatsvinden waarop het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting wordt voorgesteld? Om lessen en examens mogelijk te maken tijdens de gezondheidscrisis, moest het schoonmaakpersoneel regelmatig extra uren kloppen.

Het nieuwe contract maakt dat deeltijds werk de norm wordt voor schoonmakers. In managementtaal heet dat efficiëntiewinst, maar het zijn niet de managers die zorgen dat de campussen schoon zijn. Voor de getroffen schoonmakers betekent het minder loon, minder vakantiegeld, minder pensioen. Onder druk van protest verklaarde de universiteit dat ISS zou kijken om de uren te compenseren met andere werkplaatsen. Zo werd de hete aardappel naar ISS doorgeschoven. De schoonmakers zelf weten dat dit loze beloften zijn: in de praktijk wordt het moeilijk om poetsen aan de universiteit te combineren met andere plaatsen. Het zal in de praktijk zorgen voor precaire arbeid met een groter risico op armoede.

Ondertussen is al het schoonmaakpersoneel in opzeg geplaatst. Iedereen wordt afgedankt en krijgt een nieuw contract aangeboden dat deeltijds in plaats van voltijds is. De Operations Director Cleaning bij ISS verklaarde daarover: “Je mag als werkgever niet zomaar snoeien in uren van je werknemers. Het enige wat je kan doen als je zo’n gezamenlijke inspanning wil bereiken, is iedereen ontslaan en een aan de nieuwe realiteit aangepast contract geven. Iedereen krijgt een nieuw contract aangeboden; als werknemers dan vanuit zichzelf zeggen dat het voor hen niet meer hoeft, zijn ze natuurlijk vrij om te vertrekken.”

Meer studenten, minder poetsen?

De Antwerpse universiteit telt ruim 20.000 studenten en 6.000 personeelsleden; tien jaar geleden waren dat 14.000 studenten en 4.000 personeelsleden. Terwijl de universiteit groeit, wordt inzake schoonmaak een stap in de andere richting gezet. ISS stelt dat het met efficiëntiewinsten en innovatie op kortere tijd meer kan doen. Extra vuilbakken of matten kunnen echter geen effectief personeel vervangen. Het schoonmaakpersoneel vragen om deeltijds evenveel te poetsen als voltijds, is uiteraard niet mogelijk. Personeelsleden en studenten haalden met petities ruim 3.000 handtekeningen op om te protesteren. Op 8 maart, de internationale vrouwendag, werd aan het rectoraat actie gevoerd door schoonmakers, studenten, personeelsleden van de UA en sympathisanten, waaronder een delegatie van Campagne ROSA. Hierop zei het bestuur van de universiteit dat het met de vakbonden van de schoonmakers zou overleggen. Ook verklaarde rector Van Goethem bereid te zijn om het debat over insourcing te voeren. Dat mag geen breed en abstract debat zijn waarover nadien wollige academische teksten worden geschreven: schoonmakers zijn essentieel voor een universitaire gemeenschap, waarom hen niet als dusdanig erkennen en als personeel van de universiteit aanwerven aan degelijke voorwaarden?

De reactie van de universiteit maakt duidelijk dat het protest reeds effect heeft. Tegelijk is er nog niets veranderd aan het contract van de universiteit met ISS en zit het schoonmaakpersoneel nog steeds in opzeg. Het onmiddellijke probleem van het verlies aan inkomen van de schoonmakers blijft bestaan. Mogelijk wordt dit op korte termijn opgelost met enkele bijkomende uren elders of zelfs een sociaal fonds, maar dat zijn telkens tijdelijke maatregelen. Zoals de reactie van ISS aangeeft, rekent dat bedrijf erop dat een deel van het personeel ‘vrijwillig’ vertrekt. Nieuwe schoonmakers zullen het met deeltijdse contracten en lonen moeten stellen zonder enige vorm van tijdelijke compensatie.

Meer info : Comité 8 Maart


Dit artikel delen :

ROSA organiseert acties, evenementen en campagnes om te strijden tegen seksisme en het systeem die het onderhoudt : het kapitalisme.