Waarom bouwen wij ROSA uit ?

De Million Women’s March tegen de politiek van Trump. De stakingen van IJslandse vrouwen voor gelijk loon of die van Poolse vrouwen tegen de aanvallen op het « recht » op abortus. De historische mobilisaties voor 8 maart 2018 – in het bijzonder in de Spaanse staat. De #MeToo-golf tegen seksisme, pesterijen en seksueel geweld in het dagelijks leven. De « Ni Una Menos »-beweging om moorden op vrouwen aan te klagen. Enzoverder.

Sinds enkele jaren ontwaken overal ter wereld bewegingen om vrouwenrechten te verdedigen en organiseren ze zich. De ontwikkeling van deze bewegingen leidt tot discussies en zoektochten naar de te gebruiken methodes en het te verdedigen programma : wie zijn onze bondgenoten ? Waartegen en/of tegen wie strijden we ? Welke voorstellen schuiven we naar voor ?

De ROSA-campagne is in maart 2017 gelanceerd door leden van de LSP (Linkse Socialistische Partij) en ALS (Actief Linkse Studenten) om in dit debat te kunnen tussenkomen en om deel te nemen aan de uitbouw van deze bewegingen. We willen er de noodzaak verdedigen om de strijd tegen seksisme te linken aan de strijd tegen de besparingspolitiek en, algemener, de strijd tegen het kapitalisme.

De jaren ‘90

Gedurende een lange periode domineerde het post-feminisme. Feministische eisen zijn dan vooral gericht op quota’s in de parlementen en bestuursraden van bedrijven. Het gaat daarbij vooral om vrouwelijke politici van de traditionele politieke partijen die, voor alles, hun recht verdedigen om dezelfde privileges te hebben als de mannen in hun sociale omgeving. Er komen weinig echte bewegingen uit voort ; de aandacht gaat vooral naar persoonlijke carrièreplanning.

Deze feministische stroming verdedigt het idee dat formele gelijkheid verworven is en dat de strijd tegen seksisme zich in essentie moet baseren op de individuele verantwoordelijkheid en het gedrag van iedereen. Ze wijst met de vinger naar slecht onderwijs en foute « levenskeuzes » van vrouwen (deeltijds werk, slechte beroepsoriëntatie, slechte timing om kinderen te krijgen, enz.) als verantwoordelijken voor het voortbestaan van seksisme.

Daarbij wordt compleet voorbijgegaan aan de verantwoordelijkheid van de bedrijven en het besparingsbeleid in het voortbestaan van seksisme. En de link tussen discriminatie, onderdrukking en de werking van het kapitalisme wordt ontkend.

Tijdens deze periode bleven een aantal vrouwelijke politici actief op het parlementaire vlak, met voorstellen die komaf zouden moeten maken met de « resten » van genderongelijkheid. Maar deze wetsvoorstellen vertrekken allemaal van een volledig formele visie op gelijkheid. Nooit wordt de link gemaakt met de strijd van andere onderdrukte groepen in de samenleving. Ook niet met de strijd van de werkenden tegen de neoliberale politiek – uitgevoerd door diezelfde traditionele partijen – en haar impact op de levens- en arbeidsvoorwaarden van vrouwen. In België, bijvoorbeeld, wordt abortus gedecriminaliseerd in 1991 – wat een reële stap vooruit betekende voor vrouwen. Maar tegelijkertijd beperken besparingen in het onderwijs de mogelijkheden voor een echte seksuele opvoeding, terwijl de aanvallen op onze levensstandaard het risico op armoede verhogen voor wie kinderen heeft.

Daar komt bij dat de wetten « voor vrouwen » die gestemd werden vanaf eind jaren ’80 – net als aanpassingen aan de arbeidswetgeving – regelmatig de belangen van vrouwen tegenover die van mannen plaatsten, in plaats van ze tegenover de belangen van de aandeelhouders van grote bedrijven te zetten. Deze benadering stimuleert een visie die mannen en hun gedrag – individueel – verantwoordelijk stelt voor de onderdrukking van vrouwen. Daarbij wordt compleet voorbijgegaan aan de verantwoordelijkheid van de bedrijven en het besparingsbeleid in het voortbestaan van seksisme. En de link tussen discriminatie, onderdrukking en de werking van het kapitalisme wordt ontkend.


De verdediging van gendergelijkheid wordt door traditionele politici regelmatig gebruikt als vertrekpunt voor de ontmanteling van de sociale rechten van mannen, in plaats van de levensomstandigheden van vrouwen te verbeteren. Door dit type van benadering kreeg het feminisme een steeds negatiever beeld binnen de arbeidersbeweging.

Collectieve strijd opnieuw op de agenda

Maar de laatste jaren zien we dat er een verandering optreedt. Niet dat deze ideeën compleet verdwenen zijn, maar de consensus die erover bestond, is gebroken. Hele lagen van jonge vrouwen en meisjes, die opgegroeid zijn met de mythe van het post-feminisme, ondergaan op brutale wijze de werkelijkheid op de arbeidsmarkt, op straat en in het gezin. Ze beginnen met luide stem een reële gelijkheid en een beleid dat komaf maakt met seksisme en discriminatie te eisen. Dat wordt uitgedrukt met de hashtags #MeToo en #WijOverdrijvenNiet.

Er is een terugkeer van de strategie van collectieve actie met miljoenen jongeren en werkenden die in actie komen tegen seksisme.

De massale mobilisaties in India tegen de verkrachtingscultuur, in de Verenigde Staten tegen het beleid van Trump (2017), in Polen en Ierland voor het recht op abortus (2016-2018), of nog in Spanje ter aanleiding van 8 maart (2018) tonen aan dat het belangrijk is een collectief antwoord te formuleren op een collectief probleem. Al deze bewegingen overstijgen het carcan van « individuele actie » die zich enkel richt tot de media. Ze tonen de noodzaak om te strijden en zich te organiseren om te behouden wat in het verleden verworven werd en zeker om een einde te maken aan discriminatie, onderdrukking en uitbuiting. Er is een terugkeer van de strategie van collectieve actie met miljoenen jongeren en werkenden die in actie komen tegen seksisme.

Sindsdien gaat het er niet meer om de belangen te verdedigen van een kleine groep vrouwen die tot de beter begoede klassen behoort, maar om een programma te ontwikkelen dat een antwoord biedt op de problemen van de meerderheid. Zo heeft Femma (feministische organisatie verbonden aan de Vlaamse christelijke arbeidersbeweging) in België, in het debat over de moeilijke combinatie werk/gezin de noodzaak van een collectieve arbeidsduurvermindering (voltijdse werkweek van 30 uur) naar voor gebracht, als antwoord op de dubbele dagtaak van vrouwen en hun oververtegenwoordiging in deeltijdse jobs. Wij steunen deze eis absoluut omdat ze een collectief antwoord biedt op deze problematiek, en voegen eraan toe dat ook bijkomende aanwerving en loonsbehoud noodzakelijk zijn.

Rechten op de terugweg ?

Het is geen verrassing dat strijd voor vrouwenrechten opnieuw op de agenda staat. Veel verworvenheden zijn gewonnen in de jaren ’60 dankzij de massale strijdbewegingen van werkenden, ook verworvenheden voor vrouwen. Maar reeds sinds de jaren ’80 worden onze sociale en politieke verworvenheden aangevallen door het besparingsbeleid. En sinds de crisis van 2008 is dat ritme nog versneld. In enkele landen gaat het vandaag om frontale aanvallen zoals die van de Poolse regering tegen het recht op abortus – een recht dat al erg beperkt is in dat land.

In België zijn in deze periode verschillende verworvenheden bekomen op het juridische vlak : versoepeling van de echtscheidingswet, decriminalisering van abortus en erkenning van verkrachting binnen het huwelijk. Maar de voorwaarden op de arbeidsmarkt, daarentegen, verslechteren. Deeltijds en hyperflexibel werk raakt vooral vrouwen, en gaat in stijgende lijn. Dit proces wordt versterkt door de herhaaldelijke aanvallen tegen sociale uitkeringen. Gekoppeld aan een structurele werkloosheid is het een situatie die vele werkenden – en vrouwen in het bijzonder – dwingt om precaire jobs aan te nemen.

Seksisme, racisme, LGBT+-fobie, enz., zijn de instrumenten die gebruikt worden om strijdbewegingen te verdelen door valse schuldigen aan te wijzen als verantwoordelijken voor de ellende en de problemen die in deze samenleving bestaan.

De neoliberale politiek gaat maar door met het versluizen van een steeds belangrijker deel van de geproduceerde rijkdom in de zakken van de 1%, terwijl de rest van de bevolking de broeksriem steeds verder moet aanhalen. Maar gelijkheid en emancipatie kunnen niet bekomen worden op basis van een sociale woestijn. Zonder massale collectieve strijdbewegingen om degelijke levens- en arbeidsvoorwaarden voor iedereen op te eisen, bestaat het risico dat de meerderheid van de bevolking onder elkaar vecht over de verdeling van de kruimels. Seksimse, racisme, LGBT+-fobie, enz., zijn de instrumenten die gebruikt worden om strijdbewegingen te verdelen door valse schuldigen aan te wijzen als verantwoordelijken voor de ellende en de problemen die in deze samenleving bestaan.

Zijn overwinningen nog mogelijk ?

De afgelopen periode toont aan dat het enkel door te strijden is dat we kunnen winnen. De hernieuwde opkomst van strijd en de terugtocht van het post-feminisme leiden tot nieuwe discussies binnenin de verschillende feministische stromingen : wat zijn de oorzaken van de onderdrukking van vrouwen ? Wie is verantwoordelijk ? Welk programma hebben we nodig ? Welke methoden moeten we gebruiken om een einde te maken aan seksisme ? Een duidelijkere analyse van vrouwenonderdrukking wordt hierdoor mogelijk. Het zijn niet meer de mannen die systematisch met de vinger worden gewezen als verantwoordelijken voor seksisme, maar meer en meer de bedrijven en de samenleving als geheel. Tegelijkertijd blijft er wel verwarring bestaan op het vlak van methodes en voorstellen tot oplossingen.

Het is door deze arbeiderseenheid uit te bouwen – mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, met of zonder werk, van Belgische origine of met een migratie-achtergrond, LGTBQI+ of niet, enz. – dat we tot overwinningen zullen komen.

Om onze verworvenheden te behouden en nieuwe overwinningen te boeken, kunnen we niet alleen strijden. Onze bondgenoten zijn zij die de strijd aangaan met het besparingsbeleid, dat de levens- en arbeidsomstandigheden van de meerderheid van de vrouwen ondermijnt. Het is door deze arbeiderseenheid uit te bouwen – mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, met of zonder werk, van Belgische origine of met een migratie-achtergrond, LGTBQI+ of niet, enz. – dat we tot overwinningen zullen komen. Het is samen dat we kunnen strijden tegen de ellende die onze emancipatie verhindert – en die van alle onderdrukte groepen in de samenleving. Het is samen dat we tegen het kapitalistische systeem kunnen vechten, dat ten grondslag ligt aan discriminatie en onderdrukking. Wij hebben de ROSA-campagne opgezet om een instrument uit te bouwen dat opnieuw aansluiting vindt bij de tradities van de socialistische feministische beweging en leert uit de bewegingen van het verleden om die van vandaag te inspireren

Féminisme ou Féminismes ?

Sinds jaren komen de toonaangevende figuren van het feminisme voort uit de meest begoede groepen van de samenleving. Zij verdedigen de rechten van een minderheid. Een snelle individuele carrière of het verdedigen van quota’s in de bedrijven of op verkiezingslijsten vormen geen oplossing voor de overgrote meerderheid van vrouwen. Integendeel, het geeft voeding aan de illusie dat vrouwen bedrijven en de politiek « anders » of « beter » zouden beheren dan mannen (hoewel ze uit hetzelfde milieu of dezelfde partijen komen).

Hillary Clinton werd gesteund door de leiding van talrijke feministische organisaties bij de Democratische primaries, tegenover haar uitdager Bernie Sanders (2016). Morele druk werd uitgeoefend op vrouwen om in haar voordeel te stemmen – omdat ze een vrouw is. Nochtans verdedigde ze met haar programma eerder de belangen van de grote aandeelhouders dan die van de meerderheid van vrouwen. Zo steunde ze in de strijd voor een verhoging van het minimumloon tot 15$ per uur diegenen die in de bestuursraden van bedrijven als WalMart zetelen – zoals ze dat zelf lange tijd gedaan had – met een zeer vastberaden strijd tegen deze eis.

Wij denken dat, om tegen seksisme te vechten, het essentieel is om te strijden tegen de tweederangspositie die de meerderheid van vrouwen in deze samenleving toebedeeld wordt.

Ons feminisme is helemaal anders dan dit type feminisme. ROSA is geen campagne die zich terugtrekt achter het idee van quota’s of « positieve discriminatie ». Wij denken dat, om tegen seksisme te vechten, het essentieel is om te strijden tegen de tweederangspositie die de meerderheid van vrouwen in deze samenleving toebedeeld wordt. Dat impliceert een strijd tegen lange lonen en slechte arbeidsvoorwaarden die een reële economische onafhankelijkheid verhinderen. Maar het iso ok een strijd voor een samenleving die op collectieve wijze de diensten en personenzorg (voor kinderen, ouderen, zieken, …) overneemt ; een zorg die vandaag voornamelijk door vrouwen gedragen wordt.

Wij zijn niet bereid om allianties aan te gaan met diegenen die onze arbeidsvoorwaarden aanvallen – simpelweg omdat het vrouwen zijn. Samen kunnen we helpen voorkomen dat de leiding van vrouwenbewegingen in de handen valt van de Hillary Clintons, Theresa Mays, Angela Merkels, Maggie De Blocks en Liesbeth Homansen van deze wereld. Deze politici zijn met handen en voeten gebonden aan de neoliberale besparingspolitiek die de levens- en arbeidsvoorwaarden van vrouwen bedreigt.

ROSA : een socialistische feministische beweging

ROSA verdedigt de noodzaak van het uitbouwen van een verenigde strijd van werkenden en jongeren – vrouw en man – tegen seksisme, maar ook tegen het kapitalisme dat elke vorm van discriminatie onderhoudt en voedt. We verdedigen de noodzaak van een samenleving die gebaseerd is op de noden en mogelijkheden van iedereen : een socialistische samenleving. We denken dat deze veranderingen noodzakelijk zijn om de materiële basis te creëren die nodig is voor de emancipatie van vrouwen. Socialistische ideeën ontwikkelen in feministische bewegingen en feministische ideeën ontwikkelingen in de arbeidersbeweging : dat is onze ambitie.

Socialistische ideeën ontwikkelen in feministische bewegingen en feministische ideeën ontwikkelingen in de arbeidersbeweging : dat is onze ambitie

De zoektocht naar een antwoord op seksisme – ook binnen de linkerzijde – gebeurt te vaak op een manier die geïsoleerd is van andere strijdbewegingen. Nochtans kan deze strijd niet los gezien worden van de algemenere strijd tegen het gehele kapitalisme. Het huidige systeem houdt zich enkel bezig met de winsten van een ultrakleine minderheid, door de rest van de bevolking te verdelen en uit te buiten. Wij hebben nood aan een programma dat de materiële oorzaken van vrouwenonderdrukking aanvalt. Een programma dat de materiële basis kan voorzien om een eind te maken aan seksisme. Zonder alternatief op het kapitalisme beantwoorden eisen onvermijdelijk slechts aan enkele gevolgen van het seksisme, maar niet aan de fundamenten. Dat is de reden waarom, voor ons, de strijd voor vrouwenemancipatie onlosmakelijk verbonden is met de strijd voor socialisme.

Help ons met de uitbouw van ROSA : word lid of        doe een gift.