Vrouwen en meisjes worden het zwaarst getroffen door alle verwoestende gevolgen van de oorlog. In oorlogssituaties lopen vrouwen een veel groter risico om te worden verkracht. Naarmate de Russische invasie uitgroeit tot een volledige en steeds brutalere bezetting, zal het seksuele geweld tegen vrouwen in Oekraïne waarschijnlijk toenemen.
Aangezien de Oekraïense mannen gedwongen waren achter te blijven om te vechten, hebben vrouwen ook de verantwoordelijkheid op zich genomen om eigenhandig te proberen hun gezinnen in veiligheid te brengen in wat nu al de grootste vluchtelingenexodus op het Europese continent is sinds de Tweede Wereldoorlog. Doordat vrouwen en meisjes in een situatie van verhoogde onveiligheid en economische kwetsbaarheid worden gedreven, neemt het risico toe dat zij het slachtoffer worden van prostitutienetwerken en mensenhandelaars.
Maar geweld tegen vrouwen in tijden van oorlog kan ook meer verraderlijke vormen aannemen. In de westerse media is er bijvoorbeeld een zekere seksistische fetisjisering en seksualisering van Oekraïense vrouwen die de wapens opnamen tegen de Russische invasie.
De economische dimensie van de oorlog neemt ook dramatisch toe, en vrouwen en mensen uit de arbeidersklasse over de hele wereld voelen de volle kracht ervan in de vorm van een verpletterende stijging van de kosten van levensonderhoud – die al vóór de oorlog een belangrijk punt van zorg waren en nu tot nieuwe hoogten worden opgezweept, met voedsel- en energieprijzen die overal explosief stijgen.
De oorlog brengt dus economische kosten, seksisme en geweld tegen vrouwen in allerlei vormen met zich mee.
Veel jonge vrouwen die de afgelopen periode in opstand kwamen tegen seksisme in Rusland, behoren nu tot de eerste en meest energieke lagen die het regime van Poetin trotseren en in actie komen tegen de oorlog. Hieruit blijkt dat vrouwen weliswaar vaak de eerste slachtoffers van oorlog zijn, maar ook vaak de eersten zijn die ertegen in opstand komen. Daarom moet de relevantie van het herbevestigen van sterke en radicale tradities van massale feministische mobilisaties op 8 maart en daarna in de huidige context niet worden afgezwakt, maar juist worden benadrukt. Dit is wat International Socialist Alternative (ISA) en ROSA International Socialist Feminists probeerden te doen. We maakten van 8 maart een dag van strijd tegen seksisme en imperialistische oorlog, waarbij we aansloten bij de anti-oorlogstradities van de pioniers van de marxistische en socialistische feministische beweging.
Zowel in België als in Ierland hebben de socialistische feministische campagnes ROSA hun lokale protestacties, meetings en marsen omgevormd tot manifestaties “tegen seksisme en oorlog”, met een grote opkomst. Zo liepen 700 mensen mee in onze betoging in Dublin en nog eens honderden in steden en dorpen in heel Ierland. In Brussel trok de betoging van de Wereldvrouwenmars 8000 deelnemers en waren er 1000 betogers in de delegatie van Campagne ROSA. Op onze borden stonden slogans als “Nee tegen de invasie van Oekraïne”, “Tegen oorlog en seksisme”, en “Voor een internationale massabeweging tegen de oorlog.”
Leden van de Socialistische Strijdbeweging (ISA in Israël en Palestina) hielden een protestactie voor de Russische ambassade in Tel Aviv tegen de invasie van Oekraïne, en uit solidariteit met Oekraïense vrouwen die oorlogsvluchtelingen zijn geworden en moesten vluchten voor hun leven. Er waren enkele tientallen vrouwen en mannen aanwezig, die slogans riepen tegen de invasie, tegen de imperialistische oorlog en tegen de interventie van de NAVO. Hun belangrijkste slogan was: “Vrouwen vechten tegen de oorlog, het imperialisme en de heerschappij van het kapitaal.” Onze pamfletten en toespraken benadrukten het verband tussen de huidige crisis en het kapitalistische systeem, en het belang van de ontwikkeling van de anti-oorlogsbeweging in de hele wereld. Ze spraken ook over de gevolgen van oorlogen voor vrouwen – inclusief de Palestijnse vrouwen onder de bezetting van het Israëlische regime – en wezen op de noodzaak van socialistische verandering om een einde te maken aan alle imperialistische oorlogen.
In Oostenrijk nam ROSA niet alleen deel aan drie betogingen in Wenen, Linz en Graz, maar nam ROSA ook het voortouw in een campagne voor een scholierenstaking in de hoofdstad op 8 maart, waar we sinds januari voor mobiliseerden. De oorspronkelijke eisen van de staking waren tegen gender-gerelateerd geweld en vrouwenmoord, tegen seksistische onderdrukking op scholen, en voor de verbetering van de arbeidsomstandigheden voor vrouwen uit de arbeidersklasse.
Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne werd het initiatief verbreed tot een oproep tot tegen seksisme en oorlog, met eisen als “massale investeringen in gezondheid – niet voor oorlog en leger.” De campagne kreeg veel bijval: tussen de 150 en 200 scholieren van vier verschillende scholen kwamen opdagen voor een protestbijeenkomst met feministische sprekers, verpleegsters en delegees uit de sociale zorgsector, en scholieren die de microfoon namen om te vertellen over hun ervaringen met misbruik. 75 studenten schreven zich ter plekke in om zich aan te sluiten bij ROSA.
Op veel plaatsen, vooral in Europa, was de achtergrond van de oorlog in Oekraïne een belangrijk kenmerk van de protesten op 8 maart. Anti-oorlogsspandoeken en slogans van internationale solidariteit met het Oekraïense volk en de Oekraïense vrouwen waren vaak te zien.
In Turkije vormden solidariteit met de oorlogsslachtoffers en afwijzing van het seksistische discours tegen Oekraïense vrouwelijke vluchtelingen, dat door rechtse journalisten en figuren van het establishment werd aangewakkerd, een belangrijke rode draad in de protesten die in verschillende steden plaatsvonden. Hetzelfde gold voor de loonkloof tussen mannen en vrouwen en de economische ongelijkheid, waarvoor vrouwen een steeds zwaardere prijs betalen als gevolg van de escalerende economische crisis in het land.
Opstand tegen gendergerelateerd geweld duurt voort
De golf van gendergerelateerd geweld, die in de loop der jaren duizenden vrouwen in Turkije op straat heeft gebracht, stond ook op 8 maart van dit jaar centraal. De woede werd nog aangewakkerd door het besluit van de AKP-regering om zich in maart 2021 terug te trekken uit het Verdrag van Istanboel – een internationaal verdrag dat huiselijk geweld strafbaar wil stellen – en zo een groen licht te geven aan misbruikers, alsook door een nieuw wetsvoorstel over alimentatie dat veel arme vrouwen zal straffen en hen zal dwingen in gewelddadige relaties te blijven.
In Istanboel gebruikte de oproerpolitie traangas en pepperspray om te voorkomen dat duizenden demonstranten het iconische Taksimplein bereikten, nadat marsen rond dat plein ter gelegenheid van de manifestatie waren verboden. Ook werden tientallen betogers in hechtenis genomen. Aangezien vrouwen de meest gemobiliseerde kracht zijn geweest tijdens de jarenlange onderdrukking door de staat, zijn de Turkse autoriteiten bezorgd dat een betoging zoals deze een inspirerende vonk kan worden voor een grotere beweging tegen het bewind van Erdogan. Dit gebeurt in een context die wordt gekenmerkt door een diepgewortelde frustratie van de Turkse massa’s over de inflatiespiraal, de lage lonen en de groeiende werkloosheid in het land. Er is momenteel een toename van het aantal stakingen in het land.
Gendergerelateerd geweld is een centraal punt van discussie en verzet geweest binnen de vrouwen- en feministische strijd van de afgelopen jaren. Dit was ook dit jaar een belangrijk kenmerk van veel van de protesten op de Internationale Vrouwendag. Dit was het geval in Mexico, waar 75.000 vrouwen in de hoofdstad betoogden. Dit zijn officiële cijfers, maar zoals Alternativa Socialista (ISA) en ROSA-kameraden die bij de demonstratie aanwezig waren opmerkten: “het voelde als een miljoen.” Families van femicide-slachtoffers of verdwenen vrouwen, inheemse vrouwen, studenten van alle niveaus, de trans-gemeenschap, kinderen en bejaarde vrouwen, artsen en journalisten waren aanwezig. In tegenstelling tot de afgelopen jaren waren de radicale en transfobische feministische groepen niet zo bedreigend en opdringerig, waardoor de eisen en behoeften van transmannen, -vrouwen en niet-binaire mensen zichtbaarder werden. Hierdoor was het evenement veel diverser en inclusiever dan voorgaande jaren.
De roep om vrije, veilige en legale abortus in het hele land was een populaire eis in het protest. Maar de belangrijkste eis was de veroordeling van het gebrek aan actie van de staat in de crisissituaties van gewelddadige misdaden tegen vrouwen, waarvan vrouwenmoord de gruwelijkste is, en gerechtigheid voor de slachtoffers. Het aantal vrouwenmoorden is de afgelopen jaren in heel Mexico blijven stijgen, net als het huiselijk geweld en seksueel geweld. Sinds 2018 zijn er elke dag gemiddeld 10 vrouwen vermoord vanwege hun gender. Het land registreerde vorig jaar officieel 1.006 vrouwenmoorden, een stijging ten opzichte van 978 in 2020, maar de werkelijke cijfers liggen waarschijnlijk veel hoger.
In Zweden zitten de moorden op vrouwen de laatste tijd in de lift: dit jaar zijn er al 14 vrouwenmoorden gepleegd, tegenover gemiddeld 16 in de voorgaande jaren. Maar 2022 betekende ook een kleine opleving voor de feministische strijd na een periode van laagconjunctuur, met betogingen in zowel Stockholm als Göteborg met elk zo’n 1.000 deelnemers, waaronder veel jongeren die voor het eerst deelnamen aan een protest.
Na een jaar waarin de woede over seksegeweld een belangrijke plaats innam in de politieke situatie in Groot-Brittannië (na de moorden op Sarah Everard en Sabina Nessa, de schietpartijen in Plymouth, de gevallen van seksueel misbruik waarbij prins Andrew betrokken was, enz.), hebben activisten van Socialist Feminist Alternative en Socialist Alternative (ISA in Engeland, Wales & Schotland) lokale protesten en activiteiten gehouden onder de slogan: “Het hele systeem is schuldig – voor socialistisch feministische strijd tegen gender-gerelateerd geweld.” Ze pleitten voor een grote nationale demonstratie tegen gender-gerelateerd geweld in de herfst.
Spaanse staat
De betogingen in de Spaanse staat bereikten niet de historische aantallen van in 2018 en 2019, maar ze hadden dezelfde strijdlustige geest nu we uit de Covid-19 pandemie komen. Er waren succesvolle middagstakingen en studentenbetogingen in elke grote stad en grotere marsen in de avond. In Madrid liepen meer dan 50.000 mensen mee, terwijl in het hele land honderdduizenden de straat op gingen.
Tijdens de pandemie in 2021 steeg het aantal gevallen van huiselijk geweld met 9,35%, wat betekent dat er elke dag 446 aanvallen op vrouwen werden gemeld in de Spaanse staat. Vrouwen zijn boos over die gewelddadige realiteit en over het feit dat de economische gevolgen van de pandemie zelfs de schijn van gelijkheid met tientallen jaren hebben teruggesleept. De stemming tijdens de marsen, vooral onder jonge vrouwen, was dat zij niet langer kunnen wachten. Er waren ook borden en slogans tegen de oorlog in Oekraïne en uit solidariteit met de slachtoffers. ISA-leden namen deel aan de mars in Vitoria-Gasteiz, in Baskenland.
In Pakistan werden naar aanleiding van de Internationale Vrouwendag in het hele land tientallen protestmarsen gehouden om een einde te eisen aan het patriarchale geweld, het invoeren van gelijke lonen en andere eisen. Sommige van deze protesten brachten enkele duizenden betogers bijeen, waaronder ongeveer 2000 in Lahore – ondanks pogingen van plaatselijke autoriteiten om de protesten een halt toe te roepen en dreigementen van reactionaire groeperingen met vergeldingsgeweld.
In India waren door overheidsinstellingen georganiseerde officiële manifestaties, zoals fietstochten van vrouwelijk politiepersoneel, bedoeld om lippendienst te bewijzen aan vrouwen, terwijl de rechtse centrale en deelstaatregeringen onder leiding van de BJP-partij een reeks nieuwe, wrede aanvallen op de rechten van vrouwen hebben ontketend. Dit gaat van een hoofddoekenverbod op scholen in Karnataka tot de poging om de wettelijke huwelijksleeftijd voor vrouwen te verhogen tot 21 jaar. Hoewel er op 8 maart geen noemenswaardige burgerprotesten plaatsvonden, was het protest van de “anganwadi”-werkneemsters (kinderopvang) in Delhi toch opmerkelijk. De anganwadi-werkers zijn uitsluitend vrouwen en staken al sinds eind januari om loonsverhoging, regularisatie van hun status, gezondheidsvoorzieningen en een pensioenregeling te eisen. Duizenden van hen marcheerden naar het regeringsgebouw van de deelstaat Delhi als onderdeel van hun voortdurende en steeds intensievere strijd.
In zowel Soedan als Myanmar plaatsten vrouwen op 8 maart hun acties in het kader van het aanhoudende verzet tegen de militaire staatsgrepen van vorig jaar. Vrouwenrechtengroeperingen riepen samen met verzetscomités uit hun buurt op tot een protestbetoging met duizenden mensen in de Soedanese hoofdstad Khartoem, die brutaal werd onderdrukt. Op een spandoek stond te lezen: “De eisen van vrouwen zijn de eisen van de revolutie,” waarmee de symbiotische relatie tussen de bevrijding van vrouwen en de revolutionaire strijd om het corrupte militaire coupregime van Abdel Fattah al-Burhan omver te werpen, werd samengevat.
Abortusrechten: centraal strijdtoneel tussen de krachten van revolutie en reactie
In Chili schudde een jeugdig en militant protest van 200.000 mensen de straten van Santiago door elkaar, waarbij activisten van ISA en ROSA aanwezig waren met pamfletten en een spandoek met pleidooien voor vrije toegang tot abortus, een 36-urige werkweek, gratis en kwalitatief goede gezondheidszorg en onderwijs … als onderdeel van een socialistisch feministisch alternatief en een regering van de arbeidersklasse. Het is geen toeval dat slechts twee dagen na 8 maart de plenaire vergadering van de Chileense grondwetgevende vergadering een artikel over seksuele en reproductieve rechten heeft goedgekeurd waarin het recht om over het eigen lichaam en de eigen seksualiteit te beslissen wordt vastgelegd, wat waarschijnlijk de weg zal vrijmaken voor de legalisering van abortus in Chili.
Dit zou een historische prestatie zijn, die na Mexico, Argentinië en Colombia, de bevestiging vormt van een “groene vloed” van overwinningen in Latijns-Amerika op dit punt, een direct resultaat van de massale feministische strijd. In het geval van Chili is deze strijd gevoed en versmolten met een massale volksopstand die eind 2019 is begonnen tegen het neoliberale, autoritaire en ultra-patriarchale model van kapitalisme dat decennialang in het land is opgelegd.
Om enigszins andere redenen kan 2022 ook een beslissend jaar worden voor abortusrechten in de VS, aangezien ‘Roe v. Wade’, waarin het recht op abortus in de Amerikaanse wet is vastgelegd, met een existentiële bedreiging wordt geconfronteerd. Een paar dagen voor de Internationale Vrouwendag organiseerden de afdelingen van Socialist Alternative in Madison en Milwaukee een gezamenlijke manifestatie voor het gebouw van de hoofdstad van de staat Wisconsin om een socialistisch-feministische benadering van de strijd voor abortusrechten te verwoorden en om vrije, veilige en legale abortus te eisen.
Socialist Alternative in de VS stelt dat voor de verdediging en uitbreiding van reproductieve rechten een militante, multiraciale massabeweging nodig is die de belangrijkste lessen overneemt van internationale vrouwenbewegingen die de afgelopen jaren overwinningen hebben geboekt in onder meer Ierland en Latijns-Amerika, en die het niet laat bij het aanvechten van de bedrijfsagenda van de Democraten – die geen betekenisvolle weerstand bieden tegen de toenemende bedreigingen van de Republikeinen voor de lichamelijke autonomie van vrouwen.
Zowel in de VS als elders hebben vrouwen ook een vooraanstaande rol gespeeld in de opleving van de klassenstrijd en de stakingsgolven. Symptomatisch hiervoor is het feit dat de leraars in Minneapolis, een door vrouwen gedomineerde beroepsgroep, op 8 maart zelf hun eerste staking in meer dan 50 jaar zijn begonnen. In Iran protesteerde medisch personeel (voor het merendeel vrouwen) voor het gebouw van het Ministerie van Volksgezondheid in Teheran met de eis van vaste contracten en een speciale bonus vanwege de vreselijk moeilijke werkomstandigheden tijdens de pandemie. Het verband tussen de Internationale Vrouwendag en de huidige strijd van vrouwen uit de arbeidersklasse was een handelsmerk van onze interventies op die dag in veel landen.
In Duitsland was onze ROSA-campagne de enige van de bestaande feministische organisaties die de stakingen van maatschappelijk werkers aan 8 maart koppelde. Duizenden verpleegsters en kinderverzorgsters, voor het merendeel vrouwen, staakten die dag in heel Duitsland om te strijden voor betere lonen en een meer personeel. Ondanks de beweringen van een “feministisch buitenlands beleid” van de nieuwe, door de SPD geleide coalitieregering, heeft deze net 100 miljard euro extra uitgetrokken voor militaire uitgaven, terwijl essentiële (en sterk vrouwelijke) sectoren worstelen met lage lonen en een tekort aan personeel.
ISA-leden in Tunesië organiseerden samen met leden van de studentenvakbond UGET een protestbijeenkomst op een universiteitscampus in Tunis. Behalve campagne voeren tegen gendergerelateerd geweld, dat in de twee jaar van de Covid-19 pandemie explosief is toegenomen, en ageren tegen de imperialistische oorlog in Oekraïne, benadrukten ze ook de strijd van vrouwen uit de arbeidersklasse in het land, waaronder die van de schoonmaaksters van de universiteit.
Leden van Socialist Alternative in Vancouver, Canada, liepen mee in een solidariteitsbijeenkomst met werknemers in de horeca die al 326 dagen zijn buitengesloten van het Hilton Metrotown hotel. De bijeenkomst werd onder meer toegesproken door het linkse gemeenteraadslid Jean Swanson en vakbondsvertegenwoordigers. Kameraden zongen mee met “Bread and Roses”, “Union Maid” en “We Shall Not Give Up the Fight”.
Hoewel 8 maart slechts een moment was in een dynamisch en ongelijkmatig proces, dat onvermijdelijk de ups en downs van de feministische en vrouwenbeweging in elk land weerspiegelt, heeft het algemene beeld opnieuw duidelijk gemaakt dat de woede tegen de onderdrukking en uitbuiting van vrouwen, versterkt door de Covid-19 pandemie en nu door de wereldschokkende en wereldwijde gevolgen van een grote imperialistische oorlog, niet snel zal verdwijnen.
ISA en ROSA International Socialist Feminists organiseerden op 8 maart protesten, acties, initiatieven en virtuele en fysieke ontmoetingen in meer dan 20 landen, en hielden op 6 maart een levendige en zeer succesvolle internationale bijeenkomst die online werd uitgezonden, met sprekers uit Ierland, Brazilië, Rusland, Taiwan, de VS, België en Zuid-Afrika, die je nog steeds via deze link kunt bekijken: https://www.youtube.com/watch?v=GgNxDlSWeNY&t=658s
We zijn solidair met het volk van Oekraïne en met de slachtoffers van alle imperialistische oorlogen. Dit omvat ook de miljoenen Afghaanse vrouwen en LGBTQ+ mensen die nu lijden onder de wrede vrouwenhatende dictatuur van de Taliban, die op 8 maart van dit jaar niet veel kans hadden om te protesteren zonder te worden geschopt, geslagen, beschoten of gemarteld. We zijn solidair met de jongeren, vrouwen en arbeiders in Rusland in hun heldhaftige pogingen om een beweging op te bouwen tegen de oorlog en het regime van Poetin, en met de miljoenen uitgebuitenen en onderdrukten van alle landen in hun strijd om een einde te maken aan de eindeloze lijst van verschrikkingen die het kapitalisme en het imperialisme in petto hebben.
We denken dat de beginnende anti-oorlogsbeweging, de feministische beweging en de arbeidersbeweging in alle landen hun krachten moeten bundelen en een systemische en op de arbeidersklasse gebaseerde oplossing moeten omhelzen om de keten van crises die het kapitalistische systeem met zich meebrengt te breken. Samengevoegd in een krachtige internationale strijd zou deze in staat zijn het systeem in zijn geheel omver te werpen en te vervangen door een democratische socialistische samenleving vrij van oorlog, van alle onderdrukkingen en ongelijkheden.
Doe mee, sluit aan!