‘Woke kapitalisme’ is geen bondgenoot van onderdrukte mensen

De invloed van verschillende vormen van identiteitspolitiek is een groeiend kenmerk in sociale bewegingen en bewegingen tegen onderdrukking over de hele wereld.

Dit artikel richt zich op nieuwe kenmerken in de VS, waar een deel van de heersende klasse probeert de identiteitspolitiek te gebruiken als onderdeel van de verdediging van haar eigen belangen. We erkennen dat de aanpak van de heersende klasse van dit verschijnsel internationaal gezien verre van uniform is en dat het voorbeeld van de VS aan het ene uiterste ligt. Aan het andere uiterste heeft het Franse burgerlijke establishment ‘Amerikaanse‘ ideeën over ras en sekse aangevallen als een bedreiging voor de Franse cultuur, als onderdeel van een poging om nationalisme en vijandigheid tegen ‘buitenlandse’ ideeën aan te wakkeren. Dit is een reactie op de #MeToo-beweging en op de massale antiracistische protesten vorig jaar, geïnspireerd door BLM, die ook gericht waren tegen de erfenis van het Franse kolonialisme. Desalniettemin is de Amerikaanse situatie van groot belang en kan het wijzen op een trend die we in andere landen zullen zien.

2020 zal de geschiedenis ingaan als een jaar van buitengewone crisis voor het kapitalistische systeem wereldwijd, de Verenigde Staten vormen daarop geen uitzondering. Het enorme trauma van de pandemie, die op misdadige wijze door de regering Trump werd afgehandeld, was een verwoestende schok voor de werkende mensen toen koelwagens voor de ziekenhuizen stonden opgesteld en kilometerslange rijen voor de voedselbanken een vast onderdeel van het avondnieuws werden. Toen de eerste golf van het virus wegebde, barstte in Minneapolis wat de grootste protestbeweging in de geschiedenis van de VS zou worden, los toen miljoenen mensen, vooral jongeren, de straten van steden, voorsteden en zelfs plattelandsgemeenten opgingen om hun woede te uiten over racistische politiemoorden.

Dit is de onmiddellijke achtergrond voor een ontwikkeling van het “woke kapitalisme” onder de grootste Amerikaanse bedrijven en op de hoogste niveaus van de staatsmacht. Bedrijven die beperkte steun geven aan bepaalde eisen van onderdrukte groepen is geen nieuw fenomeen. In 2016 kondigden bedrijven boycots van North Carolina aan om verzet te tonen tegen de anti-trans ‘Bathroom Bills’. De #MeToo-beweging had in haar beginfase de potentie om uit te groeien tot een massabeweging tegen gendergeweld. In plaats daarvan veroverden aan de Democratische Partij gelieerde krachten volledig de leiding bij gebrek aan de ontwikkeling van massale strijdorganisaties, en kanaliseerden zij hun energie voornamelijk in het werven van geld voor juridische fondsen. ‘Pinkwashing’ komt elk jaar in juni weer op, als bedrijven regenbogen in hun logo’s invoegen als onderdeel van hun poging om Pride af te zwakken.

Maar in 2020 moest de heersende klasse vastberadener omschakelen toen ze geconfronteerd werd met ernstige crises op meerdere fronten. Op het hoogtepunt van de opstand tegen de moord op George Floyd, kwamen demonstranten aan bij het Barclay Center in Brooklyn, het officieuze hoofdkwartier van het protest in New York City, en troffen daar in grote witte letters slogans aan die waren geschilderd op een volledig zwart gebouw van drie verdiepingen. De slogans waren onder andere “#Black Lives Matter,” en “Amplify Black Voices.” Onderaan, in veel kleinere letters, stond het logo van Doritos. Identiteitspolitiek van bedrijven is niet geboren in 2020, maar de Doritos-banner luidde een nieuw ideologisch offensief in van een deel van de heersende klasse. Niet alleen proberen bedrijven een jongerenmarkt aan te spreken door zich antiracistische slogans toe te eigenen, maar een heel deel van de heersende elite in de VS gebruikt een vorm van identiteitspolitiek om zich een weg te banen door een omgeving die steeds vijandiger staat tegenover de heerschappij van de miljardairsklasse.

Identiteitspolitiek van bedrijven, van reclamestunts zoals de reclame van Doritos, tot goed gefinancierde ‘Diversiteit, Gelijkheid, Inclusie,’ of ‘DGI’-initiatieven in bedrijven, groeit en wordt een belangrijke ideologische boodschap die wordt verspreid door veel lokale en staatsregeringen en veel scholen en universiteiten. Een aanzienlijk deel van de bedrijven en het politieke establishment, samen met de liberale bedrijfsmedia en de academische wereld, trachten zich op te werpen als leidende stemmen in de strijd tegen racisme, seksisme en onderdrukking.

Grote bedrijven geven miljarden uit aan DGI. De New York Stock Exchange en de NASDAQ stellen nieuwe regels in die eisen dat bedrijven die op hun beurzen genoteerd staan, een minimum aantal ‘diverse’ bestuursleden hebben. In Californië zijn alle geregistreerde bedrijven nu wettelijk verplicht om ten minste één ‘divers’ bestuurslid te hebben. Identiteit was een centrale basis waarop de regering Biden werd geselecteerd. Kamala Harris heeft natuurlijk geschiedenis geschreven als de eerste vrouw, de eerste zwarte en de eerste Zuid-Aziatische die vice-president wordt, maar er zijn nog veel meer primeurs in de regering.

Hoewel socialisten voorstander zijn van de integratie op de werkplekken en het beëindigen van de overheersing van een witte mannelijke elite op alle terreinen, moeten we duidelijk stellen dat de intentie van de heersende klasse niet welwillend is. Het is in de eerste plaats een poging om de ontwikkeling van links af te snijden en de dreiging van klassenstrijd af te wenden. De diversificatie van de heersende elite maakt deel uit van een poging om werkende mensen, jongeren en activisten te overtuigen van de onwaarheid dat het kapitalisme kan worden veranderd zodat het in dienst staat van de massa’s mensen die worden onderdrukt op basis van ras, geslacht, seksualiteit, enzovoort.

Naast de pandemie en de Black Lives Matter-beweging was een andere factor in de opkomst van de ‘wokeness’ van de bedrijven de overgave van Bernie Sanders aan het Democratische establishment. Toen Sanders in april 2020 door de knieën ging voor Joe Biden, was er geen belangrijke linkse kracht meer die het radicale programma naar voren bracht dat nodig was om de economie snel om te buigen in de richting van bestrijding van het virus en actieve bescherming van de meest kwetsbaren. Het betekende ook dat het idee van een multiraciale, multi-gender arbeidersklasse beweging om terug te vechten tegen ongelijkheid en onderdrukking zijn grootste woordvoerder verloor. Deze afwezigheid was vooral acuut tijdens de opstand van de BLM zelf.

De leugen van een “Post-Raciale Samenleving”

Een verenigde arbeidersklasse, die zich bewust is van zichzelf als klasse, vormt een dodelijke bedreiging voor de overheersing van de heersende klasse. Kapitalistische heerschappij heeft altijd vertrouwd op verdeeldheid, maar het is tamelijk flexibel in de middelen die het gebruikt om mensen te verdelen en welke ideologieën het gebruikt om verdeeldheid te rechtvaardigen. Het openlijk propageren van witte suprematie en mannelijke dominantie is in de VS al enige tijd politiek schadelijk en onbruikbaar, hoewel Donald Trump zich bediende van venijnige xenofobie en eindeloze hints in die richting. Iets minder openlijk racisme en seksisme zijn niet meer weg te denken uit de reclame en de bedrijfscultuur.

Aan het eind van de jaren 2000 brachten kapitalistische commentatoren het idee naar voren dat de verkiezing van Barack Obama betekende dat de raciale onderdrukking grotendeels voorbij was en dat de samenleving ‘kleurenblind’ was. Met betrekking tot genderonderdrukking werd in het veelgeprezen Lean In, van Facebook-topvrouw Sheryl Sandberg, gepleit voor een soort post-feminisme waarin seksisme overwonnen wordt door relatief eenvoudige stappen die individuen kunnen nemen. Deze ideeën zijn nu te algemeen geïdentificeerd als frauduleus om strategisch te zijn voor de heersende klasse. Nu verschijnen er in publicaties als de Harvard Business Review artikelen over “sociale rechtvaardigheid in het bedrijfsleven.” Een aanzienlijk deel van de kapitalistische elite heeft een vorm van identiteitspolitiek aangenomen die hen een zeker ‘progressief’ vernisje geeft dat nuttig kan zijn voor de marketing van hun producten, vooral bij jongeren wier bewustzijn over deze kwesties aanzienlijk is verschoven, terwijl zij ideeën promoten die niet benadrukken wat werkende mensen gemeen hebben, maar wat hen verdeelt.

Identiteitspolitiek van de bedrijven

De identiteitspolitiek van de bedrijven wordt zeer goed gefinancierd. De cijfers zijn oogverblindend. American Express rolde een plan van 1 miljard dollar uit om rassengelijkheid te bevorderen. Pepsi trekt 400 miljoen dollar uit om “de raciale barrières weg te nemen die de sociale en economische vooruitgang van zwarte mensen in de weg staan.” Apple trekt 100 miljoen dollar uit voor een gelijkheidsinitiatief voor raciale rechtvaardigheid. New York Life, een verzekeringsmaatschappij, heeft een impactinvesteringsfonds van 1 miljard dollar aangekondigd. Netflix heeft beloofd 2% van zijn kasreserves te plaatsen bij banken die eigendom zijn van zwarte mensen.

Gezien de stortvloed aan middelen voor DGI-initiatieven is er een heuse industrie ontstaan die deze ideeën promoot. De DGI-uitgaven van bedrijven werden in 2003 geschat op 8 miljard dollar. In een in april 2021 gehouden enquête onder financieel directeuren van bedrijven in verschillende bedrijfstakken stelde Hanover Research vast dat 86% zijn DGI-budgetten had verhoogd of van plan was dit te doen. Prestigieuze universiteiten zoals Stanford, Northwestern en Georgetown bieden dure online certificaatprogramma’s in DGI aan. Organisatieschema’s van bedrijven bevatten nu DGI-afdelingen die worden geleid door goed betaalde leidinggevenden.

Bedrijven geven hun geld voor sociale rechtvaardigheid uit aan programma’s om een meer diverse managementklasse te werven en een meer diverse toeleveringsketen voor hun producten te ontwikkelen. Een deel van het geld van New York Life zal worden geïnvesteerd in “diverse en opkomende durfkapitaalfondsbeheerders,” zogenaamd om de raciale welvaartskloof te helpen dichten. Een enorm bedrag aan bedrijfsgeld gaat naar DGI-trainingen, consultants en donaties aan organisaties voor sociale rechtvaardigheid. Een klein handjevol zwarte consultants, leidinggevenden en ondernemers, alsmede een deel van de zwarte middenklasse, zullen profiteren van het geld dat bedrijven uitdelen in naam van de diversiteit. Deze dollars zullen echter geen verschil maken in de grote systemische onrechtvaardigheden op het gebied van huisvesting, banen, gezondheidszorg, onderwijs, politie en strafrecht waarmee vooral zwarte arbeiders, maar ook gekleurde mensen, vrouwen en andere onderdrukte delen van de arbeidersklasse te maken hebben.

De opleving van de Black Lives Matter-beweging in 2020, de grootste golf van massaprotesten tegen racisme in de geschiedenis van de VS, heeft de heersende klasse diep verontrust. Het dreigde uit te lopen op een algemene opstand tegen het systeem. Dit leidde ertoe dat Amerikaanse bedrijven zich meer dan ooit in de rassenpolitiek gingen mengen. Twee derde van de S&P 500-bedrijven heeft na de dood van George Floyd ondersteunende verklaringen voor Black Lives Matter afgelegd, terwijl 36% van de S&P 500-bedrijven bijdragen heeft geleverd aan organisaties voor raciale rechtvaardigheid. Dit is een enorm belangrijke toestroom van bedrijfsgeld in organisaties van sociale bewegingen, maar de kapitalistische klasse die de economie bezit en runt in haar eigen belang, geeft geen geld uit zonder er iets voor terug te verwachten. Dit is een schaamteloze poging om de leiders van de BLM-beweging om te kopen, en het is niet de eerste keer dat de kapitalistische klasse van de VS deze aanpak gebruikt om bewegingen tegen onderdrukking te ondermijnen. Zolang de leiders van de BLM zich blijven richten op het antiracisme dat aanvaardbaar is voor de elites, kunnen zij zich waarschijnlijk verheugen op een voortdurende financieel interessante verhouding met het Amerikaanse bedrijfsleven.

Elke organisatie die strijdt op basis van een uitgewerkt antiracistisch en antikapitalistisch programma en die erin slaagt de zwarte arbeidersklasse sterker bij de strijd te betrekken, zal niet het voordeel hebben van geldschieters uit het bedrijfsleven. Malcolm X en de Black Panthers ontvingen geen financiële steun van het bedrijfsleven. Maar de heersende klasse in het Zuiden onder Jim Crow steunde Booker T. Washington en zijn Tuskegee Instituut dat de ontwikkeling van een zwarte elite bevorderde. Ook tijdens de omwentelingen van eind jaren ’60 en begin jaren ’70 gaf de Ford Foundation geld aan anticommunistische zwarte nationalisten.

Het is geen toeval dat een sleutelthema van de “sociale rechtvaardigheid van ondernemingen” vandaag bestaat in het promoten van het idee dat zwarte vrijheid zwart kapitalisme betekent binnen het algemene Amerikaanse kader. Dit komt tot uiting in de slogan “Black Wealth Matters” en de aandacht voor de vernietiging van “Black Wall Street” in het bloedbad van Tulsa, Oklahoma in 1921. De zwarte middenklasse is in de afgelopen 50 jaar enigszins gegroeid, maar het idee dat zwart kapitalisme de weg vooruit is voor de zwarte bevolking als geheel is een wrede grap. Voor zover er een zwarte kapitalistische elite bestaat, liggen haar klassenbelangen meer op één lijn met die van de Amerikaanse heersende klasse in haar geheel dan met die van de zwarte arbeidersklasse die de meerderheid van de zwarte bevolking uitmaakt.

Waarom doen ze dit?

Al dat geld en al dat gepraat over racisme, seksisme en andere onderdrukkingen lijkt aan de oppervlakte een stap vooruit in de maatschappij, ook al is de identiteitspolitiek van bedrijven niet gericht op grote structurele hervormingen waar miljoenen mensen baat bij zouden hebben. Maar er zijn kritische vragen over de werkelijke ideeën die het leeuwendeel uitmaken van de DGI-trainingen die door het management op werkplekken, universiteiten en andere instellingen worden gegeven. Zijn dit de ideeën die kunnen leiden tot de bevrijding van onderdrukte mensen? En omdat de volledige bevrijding van onderdrukte mensen niet mogelijk is op basis van het kapitalisme, zou het dan mogelijk zijn voor de kapitalistische klasse om ideeën naar voren te brengen die tot haar eigen ondergang leiden?

Wij stellen dat het antwoord op deze beide vragen nee is. Niet alleen vormen de oppervlakkige ‘antiracistische’ rebrandings en symbolische gebaren van de heersende klasse geen levensvatbare weg vooruit voor de massa’s mensen uit de arbeidersklasse die onder het kapitalisme met bijzondere onderdrukking te maken hebben, ze vormen ook geen belangrijke concessie aan de opstand van Black Lives Matter. Het groeiende verzet tegen racisme, seksisme, homofobie en transfobie, vooral onder jongeren, in combinatie met de massale protesten van vorig jaar, die werkelijk van historische omvang waren, hebben de heersende klasse gedwongen haar presentatie te veranderen, maar fundamenteel gezien is de heersende klasse onder het kapitalisme niet in staat haar algemene doel te veranderen, namelijk de arbeidersklasse verdeeld te houden. De kapitalistische elite, die geconfronteerd wordt met ernstige crises die de levensvatbaarheid van het systeem zelf steeds meer ondermijnen, zal geen enkele positieve rol spelen in het verlichten van de onderdrukking van gekleurde mensen uit de arbeidersklasse, vrouwen, LGBTQ-mensen, enzovoort, tenzij ze daartoe gedwongen wordt door bewegingen van onderaf.

Dit wil niet zeggen dat de Black Lives Matter protesten niets hebben gewonnen. De protesten waren een krachtige radicaliserende kracht voor miljoenen en zij brachten brede nieuwe lagen van vooral jonge mensen in actieve antiracistische actie, niet alleen in de VS, maar over de hele wereld. De opstand was ook een factor, zij het niet de enige, die de regering-Biden en het Democratische establishment ertoe bracht een stimuleringspakket aan te nemen dat relatief genereuze elementen bevatte, zoals cheques van 1.400 dollar, een nieuwe aanvulling op de werkloosheidsuitkering en maandelijkse betalingen aan gezinnen met kinderen. Biden was in het verleden een strenge besparingspoliticus die onder Obama de taak had om een manier te vinden om te besparen op sociale zekerheid. Zijn wedergeboorte als ‘New Dealer’ van de tweede rang, mee ingegeven door het spookbeeld van inflatie, is noodzakelijk geworden door de meervoudige crises waarmee het Amerikaanse imperialisme wordt geconfronteerd, waaronder de dreiging van het opkomende Chinese imperialisme, de dreigende klimaatcatastrofe en de groeiende binnenlandse onrust die zowel door de BLM als door de bestorming van het Amerikaanse Capitool onder leiding van extreemrechts op 6 januari werd aangetoond.

Maar wat zij het meest vrezen is het opnieuw aanwakkeren van de klassenstrijd. De vakbondsactie in Amazons fabriek in Bessemer, Alabama eerder dit jaar heeft een enorm enthousiasme gewekt bij de rest van Amazons gigantische personeelsbestand. Een echte organisatiecampagne in de logistieke sector zou onmiddellijk de aandacht vestigen op de sleutelrol van de zwarte arbeiders, die historisch gezien een beslissende rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van de arbeidersbeweging.

Hoe antiracistisch sentiment wordt misleid

De ideeën die door de kapitalistische klasse worden verspreid, hebben veel gemeen met die welke in een aantal boeken worden gepresenteerd, waaronder White Fragility van Robin DiAngelo. Deze boeken beweren dat witte mensen niet kunnen vermijden racistisch te zijn, dat zij ernaar moeten streven hun racisme te overwinnen, maar dat zij niet kunnen verwachten niet onbewust racistisch te zijn, hoezeer zij daar ook naar streven. Zij beweren dat racisme systemisch is, maar de vragen welk soort systeem racisme in stand houdt, wie profiteert van het racistische systeem, en welk soort systeem een samenleving kan bereiken die vrij is van racistische onderdrukking – deze vragen staan nooit centraal.

Het idee van privileges op basis van ras, geslacht, seksualiteit, enz. is een belangrijk kenmerk van identiteitspolitiek en wordt veel verder verspreid dan universiteiten en NGO’s door de heersende klasse die identiteitspolitiek bedrijft. Het meest dramatische voorrecht in onze zeer ongelijke samenleving is het voorrecht dat de miljardairsklasse uitoefent om de economie volledig ondemocratisch te controleren, wat zij heeft gedaan voor eigen gewin en ten koste van de levensstandaard van de mensen uit de arbeidersklasse. Het is dan ook niet verwonderlijk dat voorrechten op basis van klasse geen grote rol spelen in de DGI-trainingen van bedrijven, ondanks de enorme invloed ervan op het leven van mensen.

Wat voorstanders van identiteitspolitiek betogen over privileges is dat witte mensen, ongeacht hun klasse, profiteren van racisme. Zonder enige twijfel ondervinden vooral zwarte mensen in onze samenleving, van de wieg tot het graf en in vrijwel elk aspect van de samenleving, een diepgaande negatieve invloed van racisme. Anti-zwart racisme is op elk niveau in de Amerikaanse samenleving ingebouwd, met dodelijke gevolgen. Witte mensen krijgen absoluut kansen die zwarte mensen worden ontzegd, en zij lopen veel minder kans om te worden gedood bij een verkeerscontrole of om in het strafrechtsysteem te belanden. Maar racisme bewijst de overgrote meerderheid van de witte mensen geen dienst. Op ras gebaseerde slavernij werd met name ontwikkeld om de opstand van slaven en contractarbeiders in de vroege koloniale periode van de VS te verslaan en verdere multiraciale opstanden te voorkomen. Het witte supremacistische Jim Crow-regime zag zijn ideologie als absoluut cruciaal om de vakbonden en socialisten uit het Zuiden te weren. Afgescheiden zijn van de arbeidersklasse van andere rassen is geen privilege, het is een machtig instrument van de heersende klasse dat met solidariteit bestreden moet worden.

Verre van een bevoorrechte groep te zijn, heeft een groot deel van de witte arbeidersklasse een daling van de levensstandaard ervaren en een toename van wanhoop en vervreemding in de laatste vier decennia van het neoliberale kapitalisme en zijn aanval op stabiele goedbetaalde banen voor arbeiders. Dit wordt het duidelijkst geïllustreerd door de statistieken over sterfte. De onderzoekers Anne Case en Angus Deaton hebben aangetoond dat de ongekende daling van de levensverwachting in de laatste jaren (vóór de komst van de pandemie) vooral te wijten was aan het feit dat blanken zonder universitaire opleiding sterven aan zelfmoord, een overdosis drugs en alcoholgerelateerde leverziekten. De raciale kloof in sterfte is sinds de jaren negentig aanzienlijk kleiner geworden. In 2018 lag de levensverwachting als volwassene van hoger opgeleide zwarte mensen dichter bij die van hoger opgeleide witte mensen dan bij die van zwarte mensen die geen universitair diploma hebben; dit is een ommekeer ten opzichte van de jaren negentig. Het neoliberalisme heeft arbeiders, en in het bijzonder arbeiders zonder universitaire opleiding van alle rassen, benadeeld – een feit dat de heersende klasse tracht te verdoezelen met de theorie van raciale voorrechten.

Het racisme van individuele mensen, van openlijk racistische handelingen en opmerkingen tot wat soms onbedoelde uitingen van vooroordelen zijn, is een sleutelelement van hoe gekleurde mensen racisme ervaren. Het is de afgelopen jaren ook een radicaliserende factor geweest voor veel jonge mensen. De Black Lives Matter-beweging, die teruggaat tot 2014, heeft witte mensen, maar ook mensen van andere rassen, aangespoord om te onderzoeken hoe het leven in een systemisch racistische samenleving hun opvattingen en reacties op zwarte mensen heeft gevormd, zelfs als ze vinden dat mensen van alle rassen gelijk behandeld moeten worden. Dit is een positieve ontwikkeling die bijdraagt aan een grotere solidariteit tussen mensen van alle rassen die tot de arbeidersklasse behoren, en die ons helpt sterkere bewegingen op te bouwen tegen kapitalistische uitbuiting en onderdrukking.

Maar de nadruk die binnen de identiteitspolitiek van de bedrijven wordt gelegd op witte mensen die racisme op individueel niveau aanpakken, zonder dit te verbinden met de noodzaak van collectieve strijd, is geen strategie die zal bijdragen tot het beëindigen van racistisch politiegeweld, of het stoppen van segregatie inzake huisvesting en onderwijs, of het verstrekken van gratis gezondheidszorg voor iedereen. Witte mensen die ‘het werk doen’ om hun eigen interne racisme of racisme onder witte mensen meer in het algemeen te bestrijden, is een beetje een cliché geworden. Hoewel er geen duidelijke consensus lijkt te bestaan over wat antiracistisch ‘werk’ precies inhoudt, zijn veel van de suggesties acties om iemands individuele denken te veranderen, of hoe één individu een invloed kan hebben op systematisch racisme in een van de instellingen van de maatschappij, zoals een school of een bedrijf. Hoewel wij het ermee eens zijn dat witte mensen die racistische ideeën hebben, hun denken moeten veranderen en dat racisme moet worden aangepakt, zal individuele actie nooit genoeg zijn. Er zal een massale collectieve actie nodig zijn om racistische onderdrukking in de maatschappij met succes te bestrijden en te beëindigen.

Systematische racistische onderdrukking bestaat niet omdat witte mensen racistisch zijn op individueel niveau, maar omdat, in de loop van de geschiedenis van de Verenigde Staten, racisme een essentieel instrument is geweest om arbeiders te verdelen en ervoor te zorgen dat een kleine kapitalistische klasse de controle over de economie en de sociale orde behield. Het is die kleine kapitalistische klasse die van het racisme heeft geprofiteerd door zwarte mensen tot een tweederangsstatus te dwingen met lagere lonen, slechtere huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs. Die status wordt en werd op brutale wijze afgedwongen. Nu wil de kapitalistische klasse de nadruk leggen op de verantwoordelijkheid van individuele witte mensen zonder werkelijke veranderingen aan te brengen in het massaal racistische en ongelijke systeem dat alleen de kapitalisten zelf ten goede komt. Het is een gigantische zwendel om hun eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.

Een gevaarlijke situatie

Het gebruik van de identiteitspolitiek door de heersende klasse vormt een reëel gevaar voor de strijd tegen onderdrukking en ook voor links en de arbeidersklasse in het algemeen. Miljoenen werkende mensen zijn vrij duidelijk over het feit dat het systeem ingaat tegen de belangen van de gewone mensen, en dat de politici spreekbuizen zijn van de miljardairsklasse. De massale aantrekkingskracht van de campagnes van Bernie Sanders toonde de honger naar een offensieve, op de arbeidersklasse gerichte benadering van de politiek, en de verkiezing van Donald Trump laat zien wat er kan gebeuren als rechtse anti-establishment retoriek, zelfs als die nep is, niet wordt tegengegaan met ideeën die vertrekken vanuit een klassenbenadering. Als het politieke establishment, de gevestigde media en een groot deel van de werkgevers het idee naar voren brengen dat de verantwoordelijkheid voor systemisch racisme op de schouders van individuele witte mensen ligt, en de enige grote kracht in de samenleving die zich resoluut tegen dat idee verzet de door Trump gedomineerde Republikeinse partij en extreemrechts is, dan loopt al wie zich tegen extreemrechts verzet een reëel gevaar. Het gaat onder meer om zwarte mensen, migranten, LGBTQI+-mensen, vrouwen, syndicalisten en links in het algemeen.

In de nasleep van de rechtse opstand van 6 januari in het Capitool is extreemrechts uit de gratie geraakt bij het grootste deel van de heersende klasse, nu de regering-Biden het gemunt heeft op “extremisme” als onderdeel van haar campagne om de kapitalistische democratie te verstevigen. De heersende klasse heeft echter geen echte diepgewortelde gehechtheid aan identiteitspolitiek, noch enig principieel bezwaar tegen een terugkeer naar de grove verdeel-en-heers-benadering van het verleden. Er zijn verschillende scenario’s waarin de heersende klasse ertoe zou kunnen worden aangezet haar vermeende wending naar sociale rechtvaardigheid te laten varen en het racisme, en met name het anti-migratiegevoel, aan te wakkeren.

De oorsprong van identiteitspolitiek en privilegetheorie

De verwerping van achterstelling en onzichtbaarheid van niet-dominante culturele ervaringen, evenals de brutaliteit van politiegeweld en andere vormen van geweld gericht tegen de onderdrukten, heeft een belangrijke rol gespeeld in de radicalisering van jongeren in de afgelopen periode. Maar de ideeën die worden geassocieerd met identiteitspolitiek in hun huidige vorm, waaronder de privilegetheorie en de intersectionele theorie, vormen een echte uitdaging voor marxisten.

De directe wortels van deze ideeën liggen in de opkomst van de “postmoderne” filosofie aan westerse universiteiten vanaf de jaren zeventig. De postmoderne filosofen waren vaak gedemoraliseerde ex-linksen die het marxisme verwierpen.

Deze ideeën hebben echter ook antecedenten in het ‘Nieuw Links’ van de late jaren ’60 en ’70. Veel activisten van Nieuw Links geloofden dat de Westerse arbeidersklasse (of de witte arbeidersklasse in het bijzonder) volledig was “afgekocht” en geen rol kon spelen in het bereiken van revolutionaire verandering. Dit deel van links richtte zich op het “privilege van de blanke huid.”

Het verloop van de klassenstrijd, de gewelddadige reactie van de heersende elite op arbeiderspolitiek en socialistische ideeën, en ook de ernstige fouten van ‘oud links’ gedurende een langere periode, openden de weg voor deze ideeën. Het pionierswerk van de Communistische Partij (CP) in de bredere arbeidersbeweging door in de jaren 1930 economische rechtvaardigheid te koppelen aan raciale rechtvaardigheid, heeft een hele generatie arbeiders en jongeren opgeleid in de strijd tegen het kapitalisme. Maar tragisch genoeg maakte het rampzalige beleid van het Volksfront aan het eind van de jaren dertig en het begin van de jaren veertig het baanbrekende werk van de partij in de arbeidersbeweging en de campagnes tegen rassenonderdrukking ondergeschikt aan steun voor de Democratische Partij.

Het antwoord van de heersende elite op de ontwikkeling van socialistische ideeën en massale organisatie was de Rode Schrik-campagnes van Joe McCarthy aan het eind van de jaren ’40 en het begin van de jaren ’50, die ertoe leidden dat communisten en socialisten uit veel vakbonden werden verjaagd. Deze heksenjachten werden gebruikt om sociale bewegingen en de strijd van de arbeidersklasse, de armen en de onderdrukten te neutraliseren, waarbij de CP en de trotskistische Socialist Workers Party de belangrijkste doelwitten waren. Deze aanvallen van de regering hadden een diepgaand effect op het bewustzijn en het organiserend vermogen van de socialistische beweging en de militante arbeiders, wat nog verergerd werd door de aanpak van met name de CP. Dit droeg bij tot het isoleren van “oud links” van de bredere arbeidersklasse.

De radicaliserende jongeren- en arbeidersbeweging van eind jaren ’60 en begin jaren ’70 werd geïnspireerd door zowel de krachtige voorbeelden van sociale strijd in de VS, waaronder de burgerrechtenbeweging, als door overwinningen op het kapitalisme in de neokoloniale wereld. Toch werden voor velen de verkeerde lessen geleerd en dit wees weg van de rol van de multiraciale arbeidersklasse. Dit was in een tijd waarin de klassenstrijd op een hoogtepunt was die sinds onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog niet meer was voorgekomen.

‘Nieuw Links’ was een uitvloeisel van de versplintering en het verval van een op de arbeidersklasse gericht, antiracistisch links, ondanks de heroïsche voorbeelden van de radicale zwarte vrijheidsbeweging die racisme en kapitalisme bestreden. Het onvermogen om uit de honderdduizenden revolutionair gezinde zwarte en witte jongeren van die periode een nieuwe politieke kracht op te bouwen die gericht was op de bredere arbeidersklasse, opende de deur naar rechts en uiteindelijk naar het neoliberalisme. In 1980 werd Ronald Reagan gekozen, die de verworvenheden van de sociale bewegingen en de arbeidersklasse brutaal ongedaan wilde maken. Dit alles isoleerde linkse arbeiders nog meer en opende de deur voor ideeën die ogenschijnlijk radicaal waren, maar geen uitweg boden om onderdrukking en kapitalisme te verslaan. Hoewel we ons moeten laten inspireren door de strijd uit het verleden, is dit een deel van onze erfenis die links moet overwinnen in deze nieuwe periode waarin miljoenen mensen op zoek zijn naar een manier om een einde te maken aan racisme en seksisme.

Identiteitspolitiek in de Amerikaanse cultuur

Er is nu een semi permanent ‘debat’ in de Amerikaanse samenleving over racisme en antiracisme, vooral aangewakkerd door de Republikeinse Partij, waarvan het establishment op zoek is naar onderwerpen waarmee het aansluiting kan vinden bij de partijbasis. Republikeinse politici en rechtse media uiten regelmatig kritiek op Black Lives Matter, “kritische rassentheorie”, cancelcultuur en “cultureel marxisme.” Een volledige bespreking van de cultuuroorlogen die vooral door de rechtse media worden gepromoot, valt buiten het bestek van dit artikel. Socialisten moeten een onafhankelijke positie innemen in deze gevechten. Wij hebben niets gemeen met de rechtervleugel die een visie van de VS als een geïdealiseerd bastion van vrijheid wil opleggen aan onze scholen en ons culturele leven. Wij zijn het eens met degenen die beweren dat de onderwerping van de zwarte bevolking al 400 jaar een essentieel kenmerk is van het Amerikaanse kapitalisme. Het is echter in het belang van zowel de liberale als de conservatieve vleugel van de politieke instellingen om te ontkennen dat het centrale conflict in de maatschappij langs klassenlijnen loopt.

De belangrijkste ideologische prioriteiten van de heersende klasse sijpelen onvermijdelijk door in het culturele leven van de samenleving, en identiteitspolitiek vormt daarop geen uitzondering. Een openbare school in New York stuurde brieven naar ouders waarin gezinnen werden aangemoedigd “na te denken” over hun “wit zijn” met een kaart over de “Acht Witte Identiteiten.” De ‘privilege walk’ oefening die op scholen wordt gebruikt, laat deelnemers in een rij gaan staan en naar voren stappen als ze een bepaald privilege ervaren en naar achteren als dat niet het geval is. Deze oefening kan leerlingen echt verdriet doen, omdat ze zich onder druk gezet voelen om informatie over zichzelf te onthullen, zoals hun familie die financiële problemen, of omdat ze zich beschaamd voelen omdat ze veel vaker vooruit zijn gestapt dan hun klasgenoten. Deze verdeeldheid zaaiende benaderingen versterken het idee dat mensen uit de arbeidersklasse van verschillende rassen weinig met elkaar gemeen hebben.

Het is een trend aan het worden voor mensen die beïnvloed worden door identiteitspolitiek om gewone witte mensen zelf als het centrale probleem aan te wijzen, in plaats van racistische systemen die gekleurde mensen onderdrukken. Dr. Aruna Khilanani, psychiater in New York, gaf onlangs een lezing getiteld: “Het psychopathische probleem van de witte geest”, die werd aangeboden voor nascholing aan artsen van het Yale’s Child Study Center. Dr. Khilanani beschreef in haar toespraak de levendige fantasieën die zij had over het neerschieten en doden van witte mensen. Ze stelt dat witte mensen waardeloos zijn in de strijd tegen racisme, door te beweren: “Er zijn geen goede appels.”

Race 2 Dinner is een ander voorbeeld van de intrede van identiteitspolitiek in de cultuur. Het concept is uniek: voor een bedrag van 5000 dollar kunnen groepen witte vrouwen een ontmoeting hebben met Regina Jackson en Saira Rao, twee gekleurde vrouwen en oprichters van Race 2 Dinner. Tijdens het diner sporen Jackson en Rao de deelnemers aan om “het werk te doen” van het “deconstrueren van datgene wat in je zit: witheid.” In een succesverhaal dat Jackson en Rao aanhaalden, vertelde een deelneemster dat ze in een sociale situatie een racistische opmerking had geroepen. Rao antwoordde: “Als ook maar één vrouw van één van deze diners het leven iets minder giftig maakt, zelfs maar één dag op het werk of tijdens één etentje, dan is ons werk gedaan.” Gelukkig heeft de Black Lives Matter opstand van 2020 laten zien dat jongeren en mensen uit de arbeidersklasse van kleur veel meer ambitie hebben in het aanvallen van onze dodelijk racistische Amerikaanse samenleving dan ‘het leven iets minder giftig maken’.

Conclusie

Mensen van de arbeidersklasse van alle rassen delen een belangrijke ervaring: zij zijn werkenden wier arbeid wordt uitgebuit door een kapitalistische klasse die onvoorstelbare rijkdom vergaart terwijl zij de levensstandaard van de arbeidersklasse omlaag drijft. De strijd tegen het kapitalisme kan niet worden gewonnen zonder eenheid van de arbeidersklasse. Rassenonderdrukking zal niet worden overwonnen zonder dat witte werkenden en de multiraciale, multi-gender arbeidersbeweging deelnemen aan massabewegingen ertegen, en de uitbuiting van de witte arbeidersklasse zal niet eindigen zonder dat gekleurde en witte mensen samen vechten om een einde te maken aan het kapitalisme. De witte arbeidersklasse afschrijven als pathologisch, ongeneeslijk racistisch is ofwel de leugen omarmen dat raciale onderdrukking kan worden uitgebannen onder het kapitalisme, ofwel een diep pessimistische kijk die de mogelijkheid uitsluit van fundamentele verandering gedreven door sociale bewegingen van werkende mensen.

Het kapitalisme, een systeem dat gericht is op het maken van enorme winsten voor een minuscuul deel van de samenleving, terwijl de massa’s met miljoenen mensen het zonder fundamentele mensenrechten moeten stellen, heeft instabiliteit in zich ingebakken. De kapitalistische klasse werd gedwongen haar aanpak aan te passen in het licht van een nieuwe reeks crises. De miljoenen jongeren die tijdens de opstand van Black Lives Matter in 2020 op straat kwamen, vormden een grote bedreiging voor de kapitalistische klasse. Het opnemen van identiteitspolitiek door grote delen van de heersende klasse en de beweging richten op een meer diverse heersende klasse, is in essentie een poging om het idee van een multiraciale arbeidersbeweging tegen racistische onderdrukking te ondermijnen. Het antiracisme van de elites zal voor miljoenen ontmaskerd worden voor zijn dubbelhartigheid als de klassenstrijd in de volgende periode explodeert, en als zich andere massabewegingen tegen onderdrukking ontwikkelen op een hoger niveau van organisatie en klassenbewustzijn dan de opstand van 2020.

Gepubliceerd in augustus 2021 op Socialist Alternative (website van Socialist Alternative – zusterorganisatie van LSP in VS).

ROSA is een internationaal netwerk dat opkomt voor socialistisch feminisme  – opgericht door vrouwen van ‘International Socialist Alternative‘ (ISA) waarvan LSP de Belgische afdeling is.


Dit artikel delen :

ROSA organiseert acties, evenementen en campagnes om te strijden tegen seksisme en het systeem die het onderhoudt : het kapitalisme.