Jan Fabre en misbruik in de danssector

Dansers die met Jan Fabre samenwerkten publiceerden een open brief waarin ze grensoverschrijdend gedrag aanklaagden. Getuigen vertelden onder meer hoe ze zonder seks geen solo kregen.

Dansers die met Jan Fabre samenwerkten publiceerden een open brief waarin ze grensoverschrijdend gedrag aanklaagden. Getuigen vertelden onder meer hoe ze zonder seks geen solo kregen. In de sector, waar er een erg specifieke machtsverhouding is, komt misbruik vaak voor. Eerder werd bekend dat één op de vier vrouwen in de cultuursector slachtoffer werd van seksueel of fysiek overschrijdend gedrag.

De open brief stelde onder meer: “In en rond de repetitiezaal van Troubleyn is vernedering dagelijkse kost. In het bijzonder vrouwelijke lichamen zijn het mikpunt van pijnlijke en vaak openlijk seksistische kritiek – hoe zij er ook uitzien.” Er wordt uitdrukkelijk gewezen op de machtspositie van Jan Fabre, “een machtspositie die nog subtiel versterkt wordt doordat hij zijn performers bijnamen geeft. Sommige moeten wellicht vleiend klinken, andere zijn onmiskenbaar denigrerend en racistisch.” 

Een getuige stelt in de open brief: “Ik was al minstens een jaar bij het gezelschap betrokken, toen Fabre mij vroeg voor een nevenproject dat in het zwart betaald zou worden, en waarover ik tegen niemand iets mocht vertellen. Het project kwam erop neer dat je je door hem liet fotograferen in een situatie waarover ik vandaag nog steeds enkel met schaamte kan praten. Het heette ‘werk’, maar voelde heel ongemakkelijk. Ik kreeg alcohol en dan drugs aangeboden om me vrijer te voelen (het blijft de enige keer in mijn leven dat ik drugs genomen heb) en dat leidde er uiteindelijk toe dat Fabre mij om meer vroeg.”

De onmiddellijke reactie van de advocaat van Fabre was om de “trial by media” aan te klagen: het gerecht moet oordelen en niet de media. De klagers waren volgens Fabre beter niet meteen naar de media gestapt. Nochtans werpt de open brief op dat geprobeerd werd om een gesprek binnen Troubleyn aan te gaan. Bovendien wordt in de open brief gepleit voor een discussie over “toxische werkomgevingen in het brede artistieke veld.”

Eerder dit jaar schreven wij over misbruik in de danssector. “In de danssector zijn contracten van lange duur uitzonderlijk. De onzekerheid gaat echter verder dan enkel de onzekerheid van tijdelijke jobs. De werkuren zijn doorgaans erg flexibel en de hoeveelheid werk overtreft vaak de effectief betaalde uren. Daar komen nog andere onzekerheden bij: de lage lonen, geen betaald verlof, geen premies, geen bescherming tegen onterecht ontslag, beperkingen inzake ziekteverzekering en pensioenen. Onder die omstandigheden is het aanklagen van misbruik, waaronder seksueel grensoverschrijdend gedrag, niet evident. Er is de angst om op gelijk welk ogenblik je werk te verliezen of om niet aangenomen te worden voor een nieuw contract. Dat weegt sterk door in de beslissing om al dan niet klacht in te dienen.

Het is belangrijk dat dansers zich organiseren tegen seksisme. We steunen het initiatief om vertrouwenspersonen op te leiden die op de werkvloer en in de kunstopleidingen zelf aanwezig zijn. We pleiten voor een leefbaar en coherent statuut voor artiesten. De strijd tegen seksisme is verbonden met die tegen onzekerheid. ROSA komt op voor een socialistisch feminisme, voor maatschappijverandering om een einde te maken aan alle vormen van onderdrukking waarbij de winstlogica uit de kunstsector wordt gehaald zodat kunst toegankelijk wordt voor iedereen.


Dit artikel delen :

ROSA organiseert acties, evenementen en campagnes om te strijden tegen seksisme en het systeem die het onderhoudt : het kapitalisme.