Sinds 2017 is de blog ‘Stop feminicide’ begonnen met het tellen van feminicides in België. Dat gebeurt op basis van krantenartikels. De afgelopen zes jaar werden minstens 173 vrouwenmoorden gepleegd. Eind oktober kwam Sarah Schlitz, staatssecretaris voor Gelijke Kansen, met een wetsvoorstel tegen vrouwenmoorden. Kunnen we opgelucht adem halen?
De nieuwe wet geeft een wettelijke definitie van vrouwenmoord en verdeelt deze in vier categorieën. Het doel is om statistieken en een officiële telling te ontwikkelen, iets wat tot nu toe enkel door het maatschappelijk middenveld is gedaan. Bovendien voorziet de wet in opleiding voor politie en magistraten en in protocollen voor risicobeoordeling. Wanneer een slachtoffer naar de politie gaat, heeft die bovendien het recht het geslacht te kiezen van de ondervragende politieagent. De politie worstelt echter met de vraag hoe ze deze norm kan uitvoeren, slechts een kwart van de agenten is vrouw.
Het is duidelijk dat deze maatregelen niet in verhouding staan tot de urgentie en de ernst van het probleem. Deze maatregelen zijn niet alleen ontoereikend, maar zelfs de uitvoering ervan zal in de praktijk problematisch zijn gezien de enorme onderfinanciering van politie en justitie.
Vorig jaar kondigde de regering een groot project aan om het aantal zorgcentra voor seksueel geweld uit te breiden van 3 naar 10. Volgens een verslag uit 2021 ontvingen 5 centra in de loop van het jaar 1.662 slachtoffers. Zodra alle 10 zorgcentra voor seksueel geweld open zijn, kan die capaciteit naar verwachting verdubbelen tot 3.342 slachtoffers per jaar.
Dit betekent dat deze centra nog niet in staat zullen zijn om de helft van de 8000 slachtoffers per jaar die een klacht indienen te begeleiden. Bovendien is geweten dat slechts één op de tien slachtoffers effectief een klacht indient. Om aan de behoeften te voldoen, zou het aantal zorgcentra voor seksueel geweld minstens verdrie- of verviervoudigd moeten worden. We zullen nooit het 14-jarige meisje vergeten dat vorig jaar zelfmoord pleegde nadat ze om hulp vroeg na een groepsverkrachting en op een wachtlijst kwam te staan. We roepen dan ook op tot strijd voor meer publieke middelen voor slachtofferhulp, voldoende opvang en sociale huisvesting.
De Covid-crisis heeft duidelijk gemaakt hoe armoede seksueel geweld in de hand werkt en doet toenemen. Volgens een rapport van de Brusselse Raad voor Gendergelijkheid vermindert de geringere economische en financiële autonomie van vrouwen hun middelen om het tegen agressors op te nemen. De Raad merkt op dat “bepaalde bevolkingsgroepen door het plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen worden vergeten, waaronder jongeren, ouderen en werknemers in onzeker dienstverband.” We zijn het eens met deze vaststelling. Campagne ROSA en LSP hebben steeds benadrukt dat de strijd tegen precariteit moet opgevoerd worden om seksistisch en LGBTQIA+foob geweld te bestrijden.
De regering stelt zich voor als een groot verdediger van vrouwenrechten, maar haar hypocrisie ontgaat ons niet. De laatste hervormingen over pensioenen en tijdskrediet raken vooral wie deeltijds werkt, waarvan 80% vrouwen zijn.
Deeltijds werkenden zullen niet langer een tijdskrediet kunnen aanvragen; zij moeten ten minste één jaar voltijds hebben gewerkt om het te krijgen. De toegang tot het minimumpensioen wordt moeilijker nu een nieuwe voorwaarde wordt ingevoerd, namelijk 20 jaar daadwerkelijke arbeid. Het gevolg is dat deeltijdwerkers lagere pensioenen krijgen en dat perioden van werkloosheid en andere loopbaanonderbrekingen niet langer in aanmerking worden genomen voor de berekening van het pensioen. Vrouwen verdienen gemiddeld 23,1% minder per jaar dan mannen. Bij hun pensionering loopt het verschil in pensioen op tot 30%. Dat zal met deze hervorming nog toenemen.
Dit is een regering die vrouwelijke werknemers aanvalt die hun carrière hebben onderbroken om voor hun naasten te zorgen, die deeltijds en laagbetaalde werkneemsters aanvalt. Het is een regering die gepensioneerden, zieken en jongeren aanvalt. Dit zijn juist de mensen die het meest kwetsbaar zijn voor geweld. We kunnen dan ook geen illusies hebben in het beleid van Sarah Schlitz en haar regering.
We hebben maatregelen nodig die het leven van werkende vrouwen en de werkende klasse als geheel concreet verbeteren. Dat zijn feministisch socialistische maatregelen zoals:
- Massale overheidsinvesteringen in gezondheidszorg, kinderopvang en zorg voor afhankelijke personen
- Een verhoging van het minimumloon tot 15 euro/uur
- Een verhoging van alle lonen met 2 euro per uur
- Collectieve arbeidstijdverkorting zonder loonverlies en met compenserende aanwerving
- Degelijke pensioenen voor iedereen, en een minimumpensioen van 1700 euro