Brussel, november 2021. In Brussel worden zes mannen schuldig bevonden aan een groepsverkrachting. Hun straf? Een opstel schrijven waar ze een halfjaar de tijd voor hebben. In Gent kunnen barmannen gewoon hun vrouwelijke klanten drogeren en verkrachten, er loopt nog steeds een onderzoek. Twee jongens in Brugge geven elkaar een high-five nadat ze een 16-jarig meisje aanrandden, alsof ze een medaille gewonnen hebben. De lijst is ellenlang en de vraag naar verandering luid.
Artikel door Elora, Campagne ROSA Antwerpen
Regen in de media, storm in het dagelijks leven
Verkrachting en aanranding gebeuren elke dag, overal. Slecht een miniem percentage haalt de media, hoewel de cijfers in het dagelijks leven afschuwelijk zijn om naar te kijken.
In België worden er gemiddeld 9 verkrachtingen per dag gemeld, 45% hiervan betreffen verkrachting van een minderjarige. Poging tot verkrachting wordt hier niet bijgeteld. In 2020 waren er 152 aangiftes van groepsverkrachting, opnieuw worden hier de pogingen niet meegerekend. Zo blijkt uit onderzoek door Sensoa.
Twee op vijf vrouwen heeft ooit te maken gehad met fysiek seksueel geweld, dat is 42%. Bij mannen is dat 1 op de 5, of 19%. Deze cijfers komen uit een recent onderzoek door UGent en werden afgeleid uit een bevraging bij 5000 personen.
Deze cijfers kunnen zelfs nog hoger liggen, want veel slachtoffers kunnen of durven geen melding doen.
De hoge drempel van aangifte doen
Dat er slachtoffers zijn die geen aangifte doen van seksueel misbruik of seksueel geweld, is al langer geweten en dat de cijfers geen accurate weergave bieden van de realiteit, is ook duidelijk. Maar waarom ziet een slachtoffer vaak af van een aangifte, en hoe faalt ons rechtssysteem dan?
Slachtoffers van seksueel misbruik hebben meerdere redenen om af te zien van een aangifte. Veel hiervan is psychologisch: ze durven niet uit schrik om toch gestraft te worden door de dader, of omdat ze de dader nog graag zien, maar vaak ook uit schrik voor media publiciteit of de schaamte die ze ervaren in nauwe kringen zoals familie en vrienden. Vaak kiest het slachtoffer om in therapie te gaan en de gebeurtenis op eigen houtje te verwerken.
Allemaal geldige redenen die we moeten aanvaarden in het helingsproces van het slachtoffer, maar nog al te vaak zijn het niet alleen de innerlijke werkingen van het slachtoffer die hen weerhouden om aangifte te doen, maar ook ons rechtssysteem en hoe het de slachtoffers in de steek laat.
Er wordt namelijk nog steeds bij het opstellen van een proces-verbaal gevraagd wat het slachtoffer droeg tijdens de feiten, of die alleen was, en of ze onder invloed waren van drank of drugs. Zo creëer je een onveilige sfeer, waarbij de schuld wordt gelegd bij het slachtoffer en het slachtoffer niet verder wil gaan met het proces. Ook wordt er herhaaldelijk geoordeeld dat het slachtoffer onvoldoende strafbare feiten kan voorleggen en geen bewijzen heeft.
Een duidelijk voorbeeld, dat niet wordt verhuld in politiekantoren, vond plaats tijdens een Ierse verkrachtingszaak in 2018. Een 17-jarig meisje had aangifte gedaan van verkrachting, maar de 27-jarige dader werd onschuldig bevonden nadat de verdediging het ondergoed van het meisje boven haalde, een string. Met als argument: “Geeft het bewijs dan niet aan dat er een mogelijkheid was dat ze aangetrokken was tot hem en open stond tot het ontmoeten en naar bed gaan met iemand? Je moet kijken naar de manier waarop ze gekleed was. Ze droeg een string met een kanten voorkant.”
Dit was voor de rechter en jury voldoende bewijs dat het niet zou gaan om een verkrachting. Maar ook recente processen in ons land geven weer hoe keer op keer de schuld bij het slachtoffer wordt gelegd en de dader beschermd wordt door zowel de media als de betrokkenen.
Tijdens ‘De Zaak Bart De Pauw’ kon je regelmatig zien hoe niet alleen vrienden en familie van Bart De Pauw hem luid en duidelijk verdedigden in media, maar ook hoe mensen die het nieuws op de voet volgden hem luid en duidelijk het voordeel van de twijfel gaven. Ze nagelden de slachtoffers aan de figuurlijke schandpaal, en gaven aan dat het hun fout was en dat ze enkel uit waren op aandacht en geld. De slachtoffers werden niet geloofd in het voordeel van iemand die bekend en geliefd is bij velen.
Hoe stoppen we de storm?
Mensen zien aangiftes van seksueel misbruik nog steeds als een vraag naar aandacht, of zien het als een wraakactie naar degene die ze ervan beschuldigen. Slachtoffers worden onvoldoende gehoord, niet geloofd, of gewoon vernederd. Mensen in hun nauwe kring kunnen hen veroordelen, er kan schaamte ontstaan. Luid zijn rond seksueel misbruik wordt in onze maatschappij nog hevig ontmoedigd.
Het is belangrijk om eerst en vooral de slachtoffers te geloven. Geef eerder hen het voordeel van de twijfel, dan de mogelijke dader. Het is een lange, harde weg om toe te geven dat dit je overkomen is, laat het ook geen eenzame weg zijn.
Vervolgens moeten we leren durven. Durf hen aan te spreken wanneer ze iemand catcallen, durf tussenbeide komen wanneer iemand wordt lastig gevallen, durf te doen alsof je iemand kent om hen uit de nood te helpen. Durf te helpen, durf aanwezig te zijn.
En tenslotte moeten we blijven in opstand komen tegen onrechtvaardigheid, tegen onjuiste uitspraken door de justitie. Blijf opstanden creëren wanneer er onvoldoende opgetreden wordt, blijf luid zijn tijdens protesten, maar ook op diverse sociale media platformen. Je stem is helder en duidelijk en zal gehoord worden!
Dit is een maatschappelijk probleem waarvoor collectieve antwoorden nodig zijn. Publieke investeringen in voldoende opvang en begeleiding, op basis van de noden, zijn nodig. Daarnaast is financiële onafhankelijkheid belangrijk om alvast die drempel in de strijd tegen geweld weg te nemen. Hogere lonen en uitkeringen, betaalbare huisvesting en toegankelijke openbare diensten.