Helden van de zwarte bevrijdingsstrijd in de VS: Ida B. Wells (1862-1931)

25 maart is de 90ste verjaardag van Ida B. Wells. Ze was één van de felste burgerrechtenactivisten in de geschiedenis. In een periode waarin extreemrechts terrorisme om de hoek loert, bevat haar verhaal belangrijke lessen over het winnen van een betere, veiligere wereld voor vrouwen, mensen van kleur, en de werkende klasse.

Gepubliceerd op 25/03/2021 op de website van onze zusterorganisatie Socialist Alternative

Vandaag 25 maart is de 90ste verjaardag van de dood van burgerrechtenactiviste, anti-lynching onderzoeksjournalist, en suffragette Ida B. Wells. Ze was één van de felste burgerrechtenactivisten in de geschiedenis. In een periode waarin extreemrechts terrorisme om de hoek loert, bevat haar verhaal belangrijke lessen over het winnen van een betere, veiligere wereld voor vrouwen, mensen van kleur, en de werkende klasse.

Ida werd geboren als slaaf in 1862. Haar ouders waren politieke radicalen en organisatoren, en gaven haar een opleiding en een gevoel van revolutionair optimisme mee. Ze behoorde hierdoor tot de amper 10% geletterden in de zwarte bevolking van die tijd. Ze werd triest genoeg wees op haar 16e, wanneer haar ouders ten prooi vallen aan een epidemie van gele koorts. Ze vertrok vervolgens naar Memphis om er als lerares aan de slag te gaan. Haar literaire kwaliteiten vielen op, en ze werd uitgenodigd bij een literaire club, de Evening Star. Hierbij klom ze al snel op tot redacteur.

Twee belangrijke ervaringen zorgden ervoor dat Wells bij de burgerrechtenbeweging aansloot. De eerste was het proces tegen de Chesapeake Ohio Railroad Company, een treinfirma. Ze sleepte hen voor de rechter omdat ze als zwarte vrouw niet in de vrouwenwagon mocht plaatsnemen. In eerste instantie won ze, en kreeg een compensatie van $500. Het was een vermaarde zaak die andere zwarte mensen, die te maken hadden met gelijkaardige discriminatie, inspireerde om op te komen voor zichzelf. Enkele jaren later annuleerde het hooggerechtshof van de staat echter deze beslissing, waardoor segregatie op het spoor geïnstitutionaliseerd werd. Voor Wells, en de zwarte gemeenschap met haar, was het feit dat de rechtbanken enkel het racisme zouden bestendigen en versterken een harde les. Het is tot op vandaag de harde realiteit voor de Amerikaanse zwarte bevolking, met een rechtssysteem dat moordende agenten weigert te veroordelen en disproportioneel veel zwarte mensen opsluit. Wells publiceerde haar reflecties over deze ervaring, en dit startte haar carrière als burgerrechtenjournalist. Onder het pseudoniem Iola begon ze fulltime te schrijven.

Ida als Journalist

Een tweede vreselijke ervaring maakte van Ida B Wells een éénvrouwsleger tegen lynchen.

Van zodra de federale troepen zich terugtrokken uit het Amerikaanse zuiden in 1878, in de nasleep van de Amerikaanse burgeroorlog (die draaide om het afschaffen van de slavernij), kwam er opnieuw ruimte vrij voor nieuwe vormen van terreur en intimidatie. De Democratische Partij, op dat moment de partij van de klasse van de slaveneigenaars, had controle over de senaat. De wetgeving rond burgerrechten werd op het niveau van de staten gemaakt. De heersende klasse in de zuidelijke staten, waar slavernij vóór de burgeroorlog welig tierde, kon in essentie vrij het beleid bepalen, waardoor de pas bevrijde zwarte bevolking geen enkele vorm van bescherming had. Staten maakten wetten tegen landloperij, werkloosheid en dakloosheid, die vooral de zwarte bevolking troffen. De meest afschuwelijke nieuwe methode om de zwarte bevolking te controleren was lynchen. Lynchen werd een nieuwe vorm van ‘straatrecht’ gericht tegen zwarte mensen beschuldigd van een misdaad, vooral van seksueel geweld tegen witte vrouwen. De politie participeerde vaak in dit geweld. Die sympathie van een deel van het politieapparaat voor extreemrechts blijft tot op vandaag voortduren, zoals duidelijk wordt in hun vertroeteling van extreemrechtse, supremacistische terroristen en hun lakse houding tegenover extreemrechtse betogers.

Wells had het hier moeilijk mee. Ze vond lynchen een onvergeeflijke daad, maar verkrachting ook, en was geneigd om de beschuldigingen te geloven. Dit veranderde wanneer drie vrienden van haar, Calvin McDowell, Will Stewart en Thomass Moss gelyncht werden. Deze drie mannen hadden een kruidenierswinkel geopend naast een kruidenierswinkel met een witte eigenaar. Tijdens een schermutseling verwondden ze de witte winkelier, en ze werden hiervoor gevangen genomen. Een menigte sleurde hen uit de gevangenis, vóór ze enige vorm van proces gekregen hadden, en vermoordde alle drie.

Hierop begon Ida’s journalistieke kruistocht tegen lynchpartijen. Ze had op dit moment in haar leven al een eigen wekelijkse krant, de Free Speech, en hierin begon ze honderden lynchpartijen per jaar te documenteren en te onderzoeken. Door het nauwkeurige verzamelen van deze data kon ze aantonen dat de slachtoffers van lynchen vooral zwarten uit het zuiden van de VS waren. Ze kwam tot de conclusie dat het lynchen gebeurde na allerhande beschuldigingen, niet enkel na beschuldigingen van verkrachting, en dat er vaak geen of amper bewijs was. Voor de meeste zwarte mensen was dit evident, maar het onderzoek van Wells vormde onweerlegbaar bewijs.

In 1892 werd het kantoor van Ida’s Free Press aangevallen door witte supremacisten, waarbij het materiaal vernield werd en een dreignota achtergelaten werd. Er werd gedreigd dat iedereen die het blad terug uitgaf, vermoord zou worden.

Maar ze gaf niet op. Ida vluchtte naar New York, waar ze haar bevindingen bleef publiceren in de New York Age. Ze vond als snel een nieuwe politieke thuis in de Black Women’s Club-beweging. Deze beweging begon als een verbond van liefdadigheidsorganisaties, maar evolueerde snel naar militant feministische organisaties gekend als ‘clubs’. Wells was een sleutelfiguur in deze beweging, en hielp mee met het opzetten van de Women’s Loyal Union in New York, de Women’s Era Club in Boston, en zette ook haar eigen club op, de Alpha Suffrage Club. De vrouwen in deze club verzamelden ook fondsen zodat Wells haar onderzoek kon verderzetten.

Met deze steun kon Wells haar campagne tegen lynchen ook internationaal verderzetten. Ze reisde naar Groot-Brittannië om brede internationale steun te zoeken. Ze wist dat de Britse markt cruciaal was voor de katoenindustrie uit het Amerikaanse zuiden, en dat als ze de Britten tegen de witte producenten uit het zuiden kon opzetten, dit een ernstige klap voor hen zou zijn. Ze stichtte de Britse Anti-lynching Society, het eerste comité tegen lynchpartijen in de wereld. De Britse pers publiceerde artikels die het geweld in het Amerikaanse zuiden veroordeelden. Wells publiceerde ook editorialen waarbij ze de zwarte bevolking opriep om Memphis te verlaten, en zo ook hun arbeidskracht en koopkracht mee te nemen, en zichtzelf in veiligheid te brengen in het westen van de VS. Meer dan 6000 mensen deden dit.

Na 1894 waren er voor twee decennia geen lynchpartijen meer in Memphis! Het was op basis van een reële bedreiging van de belangen en de inkomsten van de witte elite dat de waanzin stopte. Dit toont aan dat machthebbers toegevingen zullen doen aan een beweging wanneer hun winsten bedreigd worden. Het geeft ook het belang van het internationaliseren van een beweging aan. De beweging voor zwarte vrijheid is nooit begrensd geweest door de grenzen van de VS, en de globale protesten rond Black Lives Matter die we afgelopen zomer zagen maken deel uit van een lange traditie van internationale solidariteit.

In 1895 publiceerde Wells The Red Record, de allereerste statistieken over lynchpartijen. Ze was in staat om lynchen te kwantificeren en te ontrafelen door het te bestuderen als een systematisch fenomeen, in plaats van als een reeks individuele gevallen. Deze nalatenschap werkt tot vandaag door, bijvoorbeeld in de George Floyd Act, die, als ze goedgekeurd wordt, het opzetten van een nationale database van politiegeweld zou inhouden in de VS. Wells pionierde dit soort onderzoek. Ook onafhankelijke media zoals de Socialist Alternative [de krant van onze Amerikaanse zusterorganisatie] maken deel uit van haar nalatenschap. We hebben publicaties voor en door de werkende klasse nodig, die verlag doen van de strijd voor de bevrijding van de zwarte bevolking en andere problemen die de burgerlijke pers negeert, en om analyses aan te bieden vanuit het perspectief van de werkende klasse.

Een moeilijke relatie met NAACP

Wells was ook één van de stichtende leden van de National Association for the Advancement of Colored People (NAACP) [de Nationale Vereniging voor de Emancipatie van Mensen van Kleur]) in 1909. Ondanks haar onschatbare bijdragen aan de beweging kreeg ze geen plek in het leidinggevende comité. Hoewel de leiders hiervoor met allerhande excuses op de proppen kwamen, was de realiteit dat veel NAACP-leiders geloofden in de emancipatie van een zwarte elite van hervormers, terwijl Wells geloofde in de kracht van massamobilisatie. Ze stelde duidelijk dat “vele van de beste mannen en vrouwen van ons ras de kost verdienen met handenarbeid”. Ze bleef wel een zekere band behouden met de NAACP, waarbij ze NAACP-leden uitnodigde om te komen spreken voor haar eigen organisaties, en ze woonde hun vergaderingen nog steeds bij.

Na verloop van tijd nam de NAACP Wells’ strategieën over; ze begon meer en meer onderzoeken te voeren en protesten te organiseren. Haar instinct bleek correct, om echte verandering te bekomen hebben mensen van kleur collectieve strijd nodig, en niet enkele “grote helden”.

Haar strijd voor een ééngemaakte suffragebeweging

Bovenop haar werk in de Black Freedom – beweging was Wells ook een voorvechter van vrouwenstemrecht. Vóór de afschaffing van de slavernij werkten de witte vrouwenorganisaties nauw samen met zwarte abolitionistische (anti-slavernij) groepen, dit binnen de American Equal Rights Association (de Amerikaanse Associatie voor Gelijke Rechten). Na de oorlog waren witte suffragettes (activisten voor vrouwenstemrecht) gefrustreerd dat zwarte mannen het stemrecht eerder wonnen dan zijzelf. Ze trokken hieruit een verdraaide conclusie – dat beide bewegingen beter af waren zonder elkaar.

De National American Women’s Suffrage Association (NAWSA) [De Nationale Amerikaanse Associatie voor Vrouwenstemrecht] sloot zwarte vrouwen uit. Susan B. Anthony vertelde Wells persoonlijk dat ze haar witte, zuidelijke leden (uit het zuiden van de VS) niet voor het hoofd wou stoten door zwarte vrouwen toe te laten tot haar organisatie. Hoewel de leiding van de NAWSA op een bepaalde manier wel sympathie had voor de bekommernissen van de zwarte bevolking, besloot ze toch om, zeker naar buiten toe, onverschillig te blijven tegenover racisme, ook om eventuele racistische medestanders niet af te schrikken. Ze dachten dat het ‘doeltreffender’ zou zijn om gesegregeerd te organiseren. Deze houding bleef etteren, en ontwikkelde zich voor sommigen tot openlijk wit suprematiedenken.

Wells vormde de stem van de rede in de beweging, en pleitte voor eenheid. In 1913 vormde ze een geïntegreerde club, de Alpha Suffrage Club. De Alpha Suffrage Club nam deel aan de Women’s Suffrage Procession (een nationale betoging voor vrouwenstemrecht) dat jaar. De NAWSA vroeg of ze achteraan konden lopen, apart van de rest van het blok uit hun staat. Ze vroegen ook dat Wells niet zou deelnemen. Uiteraard deed de Alpha Suffrage Club dit niet. Ze stapten mee op in het blok van hun staat, een demonstatie van hun engagement om een geïntegreerde, ééngemaakte vrouwenbeweging op te bouwen.

Dit soort vraagstukken zijn ook vandaag de dag nog actueel. Zou het bijvoorbeeld ‘doeltreffender’ zijn dat Alexandria Ocasio-Cortez haar programma verwatert tot iets dat aanvaardbaar is voor het establishment van de Democratische Partij en grote bedrijfslobby’s? Moeten we ons organiseren voor een minimumloon dat ‘haalbaar’ is in de ogen van pers en politici, of voor een minimumloon dat de effectieve kosten van levensonderhoud dekt? Het voorbeeld van de NAWSA toont dat er niets te winnen valt met het uit de weg gaan van belangrijke debatten, of met het vermijden van een directe confrontatie met machthebbers. De meest praktische en logische manier voor de organisatie van een beweging is op basis van massasolidariteit en gedurfde eisen.

Ida’s erfenis vandaag

Wells vocht onvermoeibaar door tot aan haar dood op 25 maart 1931. De persoonlijke opofferingen die ze hiervoor deed moeten enorm geweest zijn, maar zoals ze zelf zei, ‘het is beter om te sterven bij het vechten tegen onrecht, dan te sterven als een hond of een rat in een val’. De vraag over hoe we extreemrechts terrorisme moeten bevechten is urgenter dan ooit. Wells is een voorbeeld van het soort van gedisciplineerde aanpak die we vandaag nodig hebben. Ze leert hoe we rouw en tragedies kunnen omzetten in strijd. We kunnen haar nagedachtenis levendig houden, door de grotendeels zwarte arbeiders die zich organiseren voor het oprichten van een vakbond bij Amazon in Bessemer, Alabama te steunen, door ons te organiseren tegen extreemrechts, en door onafhankelijke publicaties voor en door de arbeidersklasse te steunen.

Bekijk ook de video over Martin L. King en Ida B Wells :

https://www.youtube.com/watch?v=Sf-3gFkopNA&ab_channel=WorldtoWin-InternationalSocialistTV

Wist je dat… : ISA staat voor International Socialist Alternative en de Internationale is die aan de grondslag ligt van ROSA International Socialist Feminists !


Dit artikel delen :

ROSA organiseert acties, evenementen en campagnes om te strijden tegen seksisme en het systeem die het onderhoudt : het kapitalisme.