Door een delegee, die ook actief is bij Campagne ROSA en Sociaal Werkers in Actie.
Op de werkvloer bevinden alle werkenden zich in een afhankelijke positie. We hangen immers af van een loon dat ons in staat moet stellen om een leven uit te bouwen. Hoe lager de lonen, hoe groter de afhankelijkheid van dat loon. Ongeveer 1 op 3 werkenden in België wordt geconfronteerd met één of meerdere vormen van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. 5% wordt slachtoffer van seksueel ongepast gedrag, 1% ervaart dit wekelijks.
Recente cijfers geven aan dat 16% van de Nederlandse werkenden met seksuele intimidatie te maken had in de afgelopen tien jaar. Vrouwen worden er twee maal zo vaak door getroffen als mannen. Uit een ander onderzoek blijkt dat 30% van de werkende vrouwen ooit slachtoffer is van aanranding of een andere fysieke vorm van seksuele intimidatie op de werkvloer. 61% krijgt te maken met seksueel getinte opmerkingen, schunnige woorden of ander vervelend, seksueel getint taalgebruik. Vrouwen en LGBTQI+ personen worden des te meer met onderdrukking geconfronteerd.
LSP verzet zich tegen alle vormen van onderdrukking van alle werkenden. In januari kwamen we samen met afgevaardigden en militanten uit o.a. de industrie en chemie, het openbaar vervoer, het onderwijs, de non-profit … versterkt met activisten van Campagne ROSA voor een discussie over een analyse en strategie op de werkvloer tegen dit gedrag.
We zijn gestart met een analyse van het probleem. Vrouwen en LGBTQI+ personen worden binnen het kapitalisme onderdrukt door de verdeling van de werkende klasse op basis van kenmerken. Die onderdrukking is onvermijdelijk in een systeem waarin de particuliere hebzucht koste wat kost wordt beschermd. De economische positie bepaalt of je een zekere vorm van financiële onafhankelijkheid kan bereiken. Historisch werden mannen meer in een economisch sterkere positie geplaatst, terwijl vrouwen naast een groter aandeel in de onbetaalde arbeid ook ingezet werden om het tekort aan werkkrachten aan te vullen.
Binnen het kapitalisme werden tal van misvattingen en rechtvaardigingen opgedrongen om deze verdeeldheid te legitimeren, waardoor ze ook geïnternaliseerd werden door veel werkenden. In Frankrijk denkt zelfs 1 op 5 mannen (tussen 25 en 34 jaar) dat ze voor hetzelfde werk meer dan vrouwen horen te verdienen, gewoon omdat ze een man zijn! In een systeem waar de tekorten groot zijn, worden meer werkenden vatbaar voor dergelijke ideeën. Dit wordt versterkt door extreemrechts. Zo is er ook een storm van discriminerende boodschappen over LGBTQI+ personen en bijhorende discriminatie, die hen verder in de precariteit duwt.
Wat kunnen we daartegen doen vanuit vakbonden en syndicale delegaties?
Er bestaan interessante initiatieven. Zo roept de Franse vakbond CGT op om:
- werkenden te informeren en bewust te maken via personeelsvergaderingen, preventiecampagnes en het ontwikkelen van eisen
- een hulplijn voor slachtoffers op te zetten waarbij vakbondsactivisten worden opgeleid om hen correct te ondersteunen
- militanten en afgevaardigden op te leiden in gendergelijkheid en vakbondsactie te voeren tegen seksistisch en seksueel geweld op het werk
- een krachtsverhouding op te bouwen om collectieve preventiemaatregelen te bekomen die ook de economische ongelijkheid veranderen
De sterkte in dit voorbeeld is het betrekken van alle werkenden, het vormen van de eigen leden, het voorzien van gepaste ondersteuning en het opbouwen van strijd met een krachtsverhouding om te winnen. Daarvoor moet inderdaad een programma ontwikkeld worden dat werkenden motiveert om mee in strijd te gaan.
De volgende eisen werden bediscussieerd tijdens onze bijeenkomst: gepaste kleedkamers, borstvoedingsruimtes, crèches en andere infrastructuur voor iedereen, menstruatieverlof en uitbreiding van tijdskrediet, hogere lonen, pensioenen en uitkeringen, arbeidsduurvermindering zonder loonverlies met bijkomende aanwervingen, massale investeringen in openbare diensten …
Op onze werkvloer werden er drie verschillende organen afgedwongen: de ondernemingsraad (OR), het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) en de syndicale delegatie. Ook daar kan een strategie ontwikkeld worden om deze strijd te versterken. Via de OR kan de nodige informatie ingewonnen worden over de economische cijfers en de discriminatie. Op het CPBW kunnen tal van bovenstaande eisen, bv. omtrent infrastructuur, concreet gemaakt worden. De syndicale delegatie kan het hele eisenpakket koppelen aan het organiseren van strijd hierrond, in het bedrijf, de sector en op intersectoraal niveau.
Tegelijk moeten we ook wijzen op de beperkingen die we dikwijls zien. Bedrijfsleiders proberen vooral kleine maatregelen te gebruiken als excuus om niet aan de fundamentele tegenstelling te raken. De vormingen die aangeboden worden zijn zelfs al een winstgevende business geworden en ze blijven dikwijls beperkt tot een individuele benadering die de economische ongelijkheid niet in vraag stelt.
Er is strijd die dat wel doet. Die moet dan ook versterkt en verbreed worden. Zo zagen we in de VS de afgelopen periode stakingen bij bv. Blizzard en Riot Games tegen seksuele intimidatie, seksisme en de vijandige werkomgeving voor vrouwen. Dit gebeurde ook zonder vakbonden.
Het is een kwestie van bouwen aan een beweging tegen de ongelijkheid en de macht die overal aanwezig is. Socialistisch feminisme is daar een onmisbaar onderdeel van, door misbruik te bestrijden van bij de wortels. Zolang we afhankelijk zijn van bazen, aandeelhouders en politici, die ons uitbuiten en bovendien verder onze openbare diensten afbreken, zal er misbruik zijn. Laten we daarmee breken!