Schandalen van grensoverschrijdend gedrag blijven voor beroering zorgen. De reeks ‘Godvergeten’ over misbruik in de katholieke kerk is schokkend en toont aan hoe machtsposities dergelijk gedrag en het stilzwijgen ervan in de hand werken. De zaak rond radiopresentator Sven Pichal werd door de Vlaamse regering aangegrepen om meer te investeren in hulplijnen. Dat volstaat niet als na de hulplijn de wachtlijst volgt.
Sociaal werker Wouter Wanzeele schreef in een opiniestuk voor De Standaard (1 september): “Met een extra investering in de hulplijnen zal de vraag naar gespecialiseerde hulp toenemen. Die extra investering is een stap vooruit. Maar we weten nu al dat de doorstroming zal haperen en het dweilen wordt met de kraan open. Een grondige, structurele investering in gespecialiseerde hulpverlening is dan ook noodzakelijk om een positief resultaat te bereiken.”
“Om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen en te stoppen, is het belangrijk dat mensen (of hun omgeving) laagdrempelig de stap naar de hulpverlening kunnen zetten. In het beste geval is dat vooraleer de politie aan de deur staat en zelfs voor er feiten gepleegd worden.” Daarom zijn investeringen in hulplijnen belangrijk, nu worden heel wat oproepen gemist. Bij contact is er vaak een doorverwijzing naar gespecialiseerde hulp, ook voor mensen die seksueel grensoverschrijdend gedrag (dreigen te) plegen. Begeleiding en therapie levert daarbij het beste resultaat op.
“Vandaag bestaat er in de Centra Algemeen Welzijnswerk en de Centra Geestelijke Gezondheidszorg al gespecialiseerde hulp om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Ze bieden al sinds 1998 (na de zaak-Dutroux) begeleiding en therapie, en hebben op een wetenschappelijke basis veel expertise opgebouwd. Maar het gebrek aan investeringen, in combinatie met de toenemende vragen naar hulp, heeft geleid tot grote tekorten. In Oost-Vlaanderen kan de wachttijd tot twee jaar oplopen. Ook bij enkele andere centra bestaan wachtlijsten of worden de toegangscriteria scherper afgelijnd door het gebrek aan middelen.”