Socialistisch feminisme en imperialistische oorlog – een geschiedenis van verzet

Volgend op de Russische invasie van Oekraïne vormde Campagne ROSA haar acties op Internationale Vrouwendag om tot marsen tegen seksisme en oorlog. We weten immers hoe oorlog vrouwen uit de arbeidersklasse en arme vrouwen keihard raakt en het verzet tegen seksisme en vrouwenonderdrukking bemoeilijkt.

Bij het schrijven van dit artikel is het duidelijk dat het Russische leger reageert op haar moeilijke vooruitgang in deze oorlog door een steeds grotere brutaliteit. Een voorbeeld hiervan is het bombarderen op 9 maart van een kinderziekenhuis en kraamkliniek in Marioepol. En dan zijn er de gevolgen voor vrouwen en kinderen in steden waar mensen geen toegang meer hebben tot water en elektriciteit, laat staan medicijnen en zorg – minder zichtbaar, niet minder verwoestend. De woede en afkeer die overal worden geuit tegen het Russische regime zijn dan ook terecht.

Vrouwen en kinderen vormen de meerderheid van de honderdduizenden vluchtelingen, op zoek naar een veilig onderkomen. Anders dan de vrouwen die wegvluchtten uit niet-Europese oorlogsgebieden openden de EU-landen hun grenzen voor hen, ook België. Voor hen geldt gelukkig niet het “Fort Europa”, waarop Afghaanse, Syrische en andere vluchtelingen botsten en blijven botsen.

Maar hun positie hier zal uiterst kwetsbaar zijn, zoals dat voor alle vluchtelingen het geval is. Hun leven, familie, werk en inkomen, sociaal vangnet … is verdwenen en hun positie hier zal in het beste geval zeer kwetsbaar zijn. Al bij de eerste oproep voor opvang boden mannen zich aan om “een mooie verzorgde Oekraïense vrouw” op te vangen. Vluchtelingen hebben overal ter wereld een sterk verhoogd risico op seksueel geweld en gedwongen prostitutie. En wat wanneer de eerste golf van gulheid van de Westerse politici voorbij is? Wat wanneer de spanningen toenemen omdat er nu eenmaal zonder hen al te weinig sociale woningen zijn, terwijl scholen en sociale diensten overvol zitten?

En wat met de vrouwen die niet wegraken? Historische ervaring met oorlogen toont dat de gevolgen voor hen enorm zijn. Oorlog wordt altijd gekenmerkt door enerzijds de enorme winsten van wapenhandelaars en woekerwinsten op de zwarte markt, terwijl anderzijds de werkenden en armen honger lijden en steeds minder toegang tot levensnoodzakelijke basisproducten hebben. Vrouwen worden ook geconfronteerd met seksueel geweld als onderdeel van de militaire strategie om de vijand te vernederen, te demoraliseren en klein te krijgen. Als hun mannen al terugkomen van de oorlog, zijn ze veranderd, getraumatiseerd door een hele periode waarin hun job uit dodelijk geweld bestond, met een vaak onzichtbaar en ontelbaar aantal familiedrama’s tot gevolg, tot jaren na de afloop van de oorlog.

Het is dan ook geen toeval dat in het verleden vrouwen een belangrijke rol speelden in de strijd tegen imperialistische oorlogen. Dat zullen ze ook vandaag moeten doen. Als socialistisch feministen hebben we geen vertrouwen in de Westerse imperialistische landen, verenigd in de Navo. De Afghaanse vrouwen zullen ondertussen wel van iedere illusie ontdaan zijn: vrouwenrechten kunnen dan wel dienen als excuus voor een militaire interventie om het prestige van imperialistische machten te verdedigen, maar als die belangen veranderen, geven diezelfde imperialisten geen moer om wat met vrouwen gebeurt. Niets daarvan is nieuw.

De socialistische vrouwenorganisaties in verzet tegen de Eerste Wereldoorlog

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, steunde de leiding van de socialistische beweging hun eigen burgerij. Ze steunde de oorlogskredieten, met massale sommen die daaraan werden uitgegeven terwijl met iedere maand oorlog de armoede en de honger onder de massa’s toenamen. Ze stuurde hun arbeiders naar de oorlog om op andere arbeiders in een ander uniform te schieten. Enkel een kleine minderheid van de leiding van de socialistische internationale organisatie weerstond de druk. Deel van die kleine minderheid waren de socialistische vrouwenorganisaties in Duitsland en Rusland, die onderdeel uitmaakten van de linkervleugel van hun partijen.

Ze organiseerden hongermarsen en anti-oorlogsprotesten en werkten voor het samenbrengen van de eerste internationale conferentie tegen de oorlog, die socialisten van de oorlogvoerende landen samenbracht. Het ging niet om een puur idealistisch en tandeloos pacifisme – ze zagen de oorzaak van de oorlog in het kapitalisme zelf, dat in haar crisissen enkel nog oorlog en barbarij in aanbod had. Ze riepen op tot een einde van de oorlog en van het imperialisme.

In Rusland waren het de protesten van socialistische textielarbeidsters op Internationale Vrouwendag – protesten voor brood, land en vrede – die het startschot gaven voor de snel groeiende revolte die leidde tot het omverwerpen van de tsaar. De voortzetting van de oorlog door de pro-kapitalistische voorlopige Regering maakte dat voor de meerderheid van de bevolking ook land en brood een illusie bleken. Pas wanneer de arbeidersklasse de macht greep, samen met en gesteund door de arme boeren en de door de Russische staat nog altijd onderdrukte naties en minderheden, kon aan de oorlog een einde worden gebracht. Dit voorbeeld zinderde na doorheen heel Europa, ook in Duitsland waar muiterij onder de troepen en revolte bij de werkende bevolking uiteindelijk leidde tot het einde van de grootste slachtpartij die de wereld tot dan toe had gekend.

Vandaag moeten we die geschiedenis opnieuw bekijken. Om een einde te maken aan oorlog kan men niet rekenen op de imperialistische machten die betrokken zijn in een onderlinge strijd voor dominantie, die enkel dient om de belangen van de eigen kapitalisten te verdedigen. Die belangen zijn het zo goed mogelijk uitbuiten van de meerderheid van de bevolking, onder andere door een constante verdeel-en-heerspolitiek die delen van de werkende bevolking opzet tegen andere opdat ze zouden vergeten dat het de kapitalisten zijn die met de door ons geproduceerde rijkdom gaan lopen. Laat ons niet vergeten dat de Navo, de VS, de EU en andere imperialistische machten geen enkel probleem hadden met Poetin toen zijn regime feministen en pro-
testerende jongeren in de gevangenis gooide omdat ze het aandurfden oppositie tegen zijn regime te voeren.

Ze verbraken de lucratieve banden met Poetin niet ten tijde van diens oorlog in Tsjetsjenië en gaven recent nog stilzwijgende steun toen hij troepen stuurde om de opstand in Kazachstan neer te drukken. Wij vertrouwen enkel in de enigen die echt tegen Poetin hebben gevochten: de vrouwen, jongeren en arbeiders die ondanks de enorme repressie steeds opnieuw in verzet gingen. Onze steun gaat naar hen en hun pogingen om in Rusland zelf een beweging tegen de oorlog op te bouwen, voor de terugtrekking van de Russische troepen te vechten en een einde te makenaan het oorlogszuchtig, seksistisch en racistisch kapitalistisch regime van Poetin.


Dit artikel delen :

ROSA organiseert acties, evenementen en campagnes om te strijden tegen seksisme en het systeem die het onderhoudt : het kapitalisme.